donderdag 2 september 2010

Met kleine stapjes op weg naar... een PhD?

De enkeling die mijn blog wel eens leest zal het niet zijn ontgaan dat ik bezig ben met het voorbereiden van wat eens een proefschrift moet worden. Over een jaar of vier, waarschijnlijk eerder vijf, zou ik dan een boek klaar moeten hebben, waarvan een commissie wijze mannen (sorry, maar dat is meestal jammer genoeg nog steeds zo) heeft besloten dat het voldoet aan de eisen waaraan iets dergelijks moet voldoen. Het is de hoogste berg die je intellectueel gezien beklimmen kunt en het lijkt me geweldig om die uitdaging aan te gaan. In Italië heb ik op de fiets vorige maand al best pittige beklimmingen gedaan, maar deze klim lijkt me nog veel mooier.
Tijdens de zomervakantie heb ik al veel gelezen van en over de filosoof die tijdens mijn promotietraject een belangrijke rol zal spelen, Gianni Vattimo. De man leeft nog, dus misschien lukt het me wel om een keer met hem in gesprek te gaan. Dat zou helemaal fantastisch zijn. Ik heb eerder al eens beloofd dat ik wat zou schrijven over wat Vattimo eigenlijk gefiloseerd heeft. Daar ga ik nu maar eens mee beginnen. Elke keer een klein beetje... Voor iedereen die het lezen wil. Of misschien wel vooral voor mezelf: schrijvend m'n gedachten ordenen en een plaatsje geven aan datgene wat ik gelezen heb.

Vattimo kijkt, zoals elke filosoof, verwonderd om zich heen. Wat is dat eigenlijk voor maatschappij waarin we leven? Waar bevind ik mij eigenlijk? Een heel moderne samenleving is het... Of misschien toch niet. Want wat is dat: modern. Volgens Vattimo is modern de tijd waarin mensen geloofden in vooruitgang. Wetenschap en techniek bewogen zich steeds vooruit. Waarheen?
Naar een wereld waar geen mythen meer nodig zijn. Een wereld waar verschijnselen keurig wetenschappelijk verklaard kunnen worden. Wereld is daarbij een misleidend woord hoor. Het gaat eerder om Europa, later aangevuld met Noord-Amerika. Van een wereld die steunde op het fundament van de Godsdienst, zou de wereld evolueren tot één die stevig stond op het fundament van de (natuur-)wetenschappen. Ook de sociale wetenschappen en bijvoorbeeld de geschiedenis werden gemodelleerd naar de natuurwetenschappen, zoekend naar objectieve kennis.
Van die wereld is vooralsnog niet veel terecht gekomen. Vattimo ziet dat het streven naar eenduidigheid, naar objectiviteit, hopeloos gefaald heeft. Met Nietzsche zegt hij dat er geen feiten bestaan, slechts interpretaties. Waarheid is een haast relatief begrip geworden. Het is maar hoe je het bekijkt. Vanuit welk perspectief. Eerder heb ik daar al eens in een blog over geschreven. We zitten nu dus met de gebakken peren: van de religie is niet veel meer over en de wetenschappen hebben er niets dan interpretatie tegenover kunnen zetten. Interpretaties van verschijnselen, die telkens weer door nieuwe interpretaties achterhaald worden. De stabiele werkelijkheid van de westerse (mannen-)samenleving, met de bijbehorende 'Joods-Christelijke' wortels is ook maar één van de mogelijke werkelijkheden gebleken.
We zijn terecht gekomen in wat Lyotard la Condition postmoderne noemde, de postmoderne conditie. Een samenleving waarin fundament ontbreekt. Zowel het premoderne religieuze als het moderne wetenschappelijke fundament. Individuen en groepjes individuen kunnen nog wel het idee hebben dat ze leven met een bepaald fundament, maar er is geen gezamenlijk gedachtengoed wat door eenieder voorondersteld wordt. Er is een veelheid aan perspectieven, niets dan interpretatie, en zelfs dat is interpretatie.
Vattimo vindt zich in een wereld die nihilistisch genoemd wordt. Nihil, zonder grond onder de voeten. Geen overstijgende waarheden, geen metafysica. Niets dus, dat aan de werkelijkheid voorafgaat of dat overstijgt. Een oude Bijbeltekst (Prediker 1) zegt ook al zoiets: 'Luchte en leegte, zegt Prediker, lucht en leegte, alles is leegte.'
Relativisme dus, zal iemand misschien denken (ik eerst ook, eerlijk gezegd). Nee hoor, dat is wel spannend aan het denken van Vattimo. Hij komt niet tot de conclusie dat alles relatief is, dat er bijvoorbeeld ethisch gezien ook niets zinnigs te zeggen valt. Maar daarover later misschien wel meer. Het is al moeilijk genoeg om het nihilisme een beetje te snappen, vind ik. En om het te snappen en een vrolijke filosoof te blijven. Want op zich is het natuurlijk best beangstigend om er achter te komen dat je geen grond onder de voeten (meer) hebt.