Het is weer week-end. Niet dat ik er echt aan toe was deze keer. Integendeel, een week als deze mag wel blijven duren. Vooral de gisteren en eergisteren waren bijzonder. Eerst op woensdag een cursusdag over city marketing. Die was echt geweldig! Bij de nieuwe opleiding Bouwmanagement en Vastgoed mag ik dat vak ook gaan geven en deze cursus is voor mij een mooie gelegenheid om ideeën op te doen bij de ontwikkeling van dat vak. Maar goed, dan is een vak heel interessant, dan kan zo'n cursus nog goed en slecht gegeven worden. Deze werd echt ontzettend goed gegeven. Daarbij waren we met een hele kleine groep, wat het een intensieve, erg op de persoonlijke behoeften toegesneden cursus werd.
Over twee weken mag ik weer een dag, wat dan gelijk de laatste zal zijn. Toch smaakt het naar meer...
Toen werd het donderdag. Een ontzettend spannende dag, want ik zou een projectdag gaan doen met twee klassen uit HAVO 4, op het Willem van Oranje College in Waalwijk. Hoe zouden ze reageren? Het programma begon met anderhalf uur (!) presentaties door mensen die bij een bouwproject betrokken waren: starterswoningen in Waalwijk. Een directeur van de woningcorporatie had heel enthousiast meegewerkt en de architect, de aannemer, de voorzitter van de bewonersgroep en een medewerker van de gemeente geregeld om iets te vertellen. Ze bleven daarna trouwens nog de rest van de dag om te begeleiden bij de opdrachten die de leerlingen in groepjes moesten uitwerken. Daarbij werden ze ook nog begeleid door tien studenten die met me mee waren gekomen. Ontzettend spannend vooraf, vooral ontzettend leuk tijdens de dag en een geweldige ervaring, hopelijk ook voor de leerlingen. Misschien komt er eentje bij ons studeren...
Het was eigenlijk roerend om te merken hoe de leerlingen het op prijs stelden dat zoveel mensen voor hen waren gemobiliseerd. Ze stelden het echt op prijs. Ook leuk om te zien hoe enthousiast 'mijn' studenten waren. Hopelijk kunnen we in de toekomst nog eens zoiets doen.
Het is bijna te mooi om waar te zijn, de laatste tijd gaat het eigenlijk bijna te goed. M'n werk is leuk, er zijn mooie uitdagingen, en het lukt allemaal best goed. Er is eigenlijk maar één ding wat ontbreekt...
vrijdag 27 november 2009
donderdag 12 november 2009
wat een dag
Het was een heftige dag vandaag. Als je het oppervlakkig bekijkt, valt het erg mee; ik hoefde maar twee dingetjes te doen vandaag: aanwezig zijn tijdens de lectorale rede van Christoph, die vandaag zijn officiële intrede deed. Daarna een avondje dirigeren bij de Musicalgroep. Het lastige was dat ik ook een bijdrage aan de lectorale rede mocht leveren van tien minuutjes. Waarom ben ik toch zo nerveus als ik moet spreken in het openbaar...
Het kostte me weer veel energie, hoewel ik heel goed was voorbereid. Voor mijn gevoel ging het niet echt best, maar de reacties waren positief. Het was ontzettend spannend: ik sprak nu openbaar uit dat ik filosofie wil introduceren in het bedrijfsleven. Nu ben ik daar niet uniek in hoor, maar toch, veel voorkomen doet het niet, zeker niet met behulp van moderne wijsgerige concepten.
Hoe het ook zij, ik stond weer aardig te trillen tijdens mijn verhaal. Je zou zeggen dat een docent zijn hand niet omdraait voor zoiets, maar niets is minder waar. Trouwens, voor de klas ben ik ook niet altijd even ontspannen. Ook daar moet ik een drempel over, hoe leuk ik het lesgeven ook vind.
's Avonds dus gedirigeerd. Ik ben net thuisgekomen, bekaf. Het is heel leuk, maar ook hier geldt hetzelfde als vanmiddag: het kost me veel energie om over mijn verlegenheid heen te stappen. Het overkwam me trouwens ook zondag, toen ik tijdens een kerkdienst voor gehandicapten piano moest spelen. Ook dan ben ik nerveus, terwijl anderen lijken zo vanzelfsprekend bezig te zijn. Ze zijn stuk voor stuk veel jonger dan ik; ik hoef qua muzikaliteit toch niet veel voor hen onder te doen? En dan het publiek: grotendeels geestelijk gehandicapt, dus daar hoef ik me ook niet echt zorgen om te maken. Maar toch... altijd weer gespannen, terwijl het achteraf best weer leuk is om op terug te kijken.
Dat is het gekke: ik vind het leuk om met mensen te musiceren. Ik vind het leuk om zo'n lezing voor te bereiden. Het is minder leuk om het uit te voeren voor publiek, maar achteraf is het toch weer leuk om op terug te kijken. Dan moet je toch maar steeds door de zure appel van het publiek heen bijten.
Het kostte me weer veel energie, hoewel ik heel goed was voorbereid. Voor mijn gevoel ging het niet echt best, maar de reacties waren positief. Het was ontzettend spannend: ik sprak nu openbaar uit dat ik filosofie wil introduceren in het bedrijfsleven. Nu ben ik daar niet uniek in hoor, maar toch, veel voorkomen doet het niet, zeker niet met behulp van moderne wijsgerige concepten.
Hoe het ook zij, ik stond weer aardig te trillen tijdens mijn verhaal. Je zou zeggen dat een docent zijn hand niet omdraait voor zoiets, maar niets is minder waar. Trouwens, voor de klas ben ik ook niet altijd even ontspannen. Ook daar moet ik een drempel over, hoe leuk ik het lesgeven ook vind.
's Avonds dus gedirigeerd. Ik ben net thuisgekomen, bekaf. Het is heel leuk, maar ook hier geldt hetzelfde als vanmiddag: het kost me veel energie om over mijn verlegenheid heen te stappen. Het overkwam me trouwens ook zondag, toen ik tijdens een kerkdienst voor gehandicapten piano moest spelen. Ook dan ben ik nerveus, terwijl anderen lijken zo vanzelfsprekend bezig te zijn. Ze zijn stuk voor stuk veel jonger dan ik; ik hoef qua muzikaliteit toch niet veel voor hen onder te doen? En dan het publiek: grotendeels geestelijk gehandicapt, dus daar hoef ik me ook niet echt zorgen om te maken. Maar toch... altijd weer gespannen, terwijl het achteraf best weer leuk is om op terug te kijken.
Dat is het gekke: ik vind het leuk om met mensen te musiceren. Ik vind het leuk om zo'n lezing voor te bereiden. Het is minder leuk om het uit te voeren voor publiek, maar achteraf is het toch weer leuk om op terug te kijken. Dan moet je toch maar steeds door de zure appel van het publiek heen bijten.
donderdag 5 november 2009
Terwijl ik Nietzsche lees...
Tragische persoon - of was je een profeet?
Jij zag een nieuwe mens - de bovenmens
een overwinnaar van de oude
de oude mens, misleid door beelden van een werkelijkheid boven de onze.
Er is niets boven deze wereld, buiten de dingen om ons heen,
God is dood...
er is alleen voortgang, blinde doelloze voortgang
en inzicht door wetenschap
inzicht in natuur, ook de menselijke natuur. Moraal heeft afgedaan, moet worden omgekeerd.
Je riep jouw boodschap
niemand hoorde je
niemand wilde je horen
jouw boodschap kwam te vroeg
komt nog steeds te vroeg, hoewel jij dacht dat je na honderd jaar wel zou worden begrepen
optimist.
waarom eigenlijk
waarom luisterden de mensen niet?
Zal ik het zeggen... de mensen waren bang.
de mensen zijn nog altijd bang.
Hoe zou het ook anders kunnen,
wat doemt er op achter jouw denken,
anders dan Wille zur Macht, struggle for life.
Een strijd van allen tegen allen, waar slechts zij overleven
die sterk zijn, verlost van wat jij noemt, de christelijke slavenmoraal.
verlost van de zwakte van medelijden, van hulp aan het kwetsbare.
Dat is uiteindelijk waarvan de mens moet worden verlost.
Jij zag de schaduw ook
van jouw inzicht; een onbestemde toekomst
de weg die jij voorstelde was geen vrolijke weg, geen weg naar een heilstaat.
Desondanks noemde jij het noodzaak, ongeacht de consequenties.
was het de angst voor die schaduw
die maakt dat men niet luister wil
de angst voor het niets, het nihil...
de inktzwarte diepte van de vrijheid.
Van het werkelijk op eigen benen staan.
Mensen luisterden niet
dus schreeuwde je harder
steeds harder.
Jij was de filosoof met de hamer,
steeds harder sloeg je op jouw aambeeld,
zonder dat mensen opkeken, zonder dat jij het staal kon smeden wat je voor ogen had.
Jij wilde Siegfried zijn; Hij die de angst niet kende en daarom Nothung smeden mocht.
Maar was jij niet eigenlijk Mime? die het probeerde, maar faalde, steeds opnieuw.
Heeft Wagner dat gezien, en haatte je hem daarom?
Je schreeuwde, tot het meer krijsen leek,
tot je werd ingehaald door het spookbeeld van je profetie.
Je foeterde tegen de christenen, vanwege hun verdomde medelijden, vanwege hun verheerlijking van het zwakke.
Jouw übermensch zou dat overwinnen!
Maar toen, het was in januari 1889, zag je op straat een paard
iemand mishandelde het, en toen werd alles donker.
Je stortte in, en huilend, je armen om de hals van het dier geslagen
werd je zèlf de christen, die je zo hartgrondig had gehaat.
de medelijdende, die het zwakke omhelzen wil.
En jouw Übermensch?
Die is misbruikt, verkracht door die na jou kwamen.
Of is dat juist wat je zag?
Zag jouw geestesoog hem die Auschwitz bouwde?
En werd toen in jouw waanzin alles stil...
Jij zag een nieuwe mens - de bovenmens
een overwinnaar van de oude
de oude mens, misleid door beelden van een werkelijkheid boven de onze.
Er is niets boven deze wereld, buiten de dingen om ons heen,
God is dood...
er is alleen voortgang, blinde doelloze voortgang
en inzicht door wetenschap
inzicht in natuur, ook de menselijke natuur. Moraal heeft afgedaan, moet worden omgekeerd.
Je riep jouw boodschap
niemand hoorde je
niemand wilde je horen
jouw boodschap kwam te vroeg
komt nog steeds te vroeg, hoewel jij dacht dat je na honderd jaar wel zou worden begrepen
optimist.
waarom eigenlijk
waarom luisterden de mensen niet?
Zal ik het zeggen... de mensen waren bang.
de mensen zijn nog altijd bang.
Hoe zou het ook anders kunnen,
wat doemt er op achter jouw denken,
anders dan Wille zur Macht, struggle for life.
Een strijd van allen tegen allen, waar slechts zij overleven
die sterk zijn, verlost van wat jij noemt, de christelijke slavenmoraal.
verlost van de zwakte van medelijden, van hulp aan het kwetsbare.
Dat is uiteindelijk waarvan de mens moet worden verlost.
Jij zag de schaduw ook
van jouw inzicht; een onbestemde toekomst
de weg die jij voorstelde was geen vrolijke weg, geen weg naar een heilstaat.
Desondanks noemde jij het noodzaak, ongeacht de consequenties.
was het de angst voor die schaduw
die maakt dat men niet luister wil
de angst voor het niets, het nihil...
de inktzwarte diepte van de vrijheid.
Van het werkelijk op eigen benen staan.
Mensen luisterden niet
dus schreeuwde je harder
steeds harder.
Jij was de filosoof met de hamer,
steeds harder sloeg je op jouw aambeeld,
zonder dat mensen opkeken, zonder dat jij het staal kon smeden wat je voor ogen had.
Jij wilde Siegfried zijn; Hij die de angst niet kende en daarom Nothung smeden mocht.
Maar was jij niet eigenlijk Mime? die het probeerde, maar faalde, steeds opnieuw.
Heeft Wagner dat gezien, en haatte je hem daarom?
Je schreeuwde, tot het meer krijsen leek,
tot je werd ingehaald door het spookbeeld van je profetie.
Je foeterde tegen de christenen, vanwege hun verdomde medelijden, vanwege hun verheerlijking van het zwakke.
Jouw übermensch zou dat overwinnen!
Maar toen, het was in januari 1889, zag je op straat een paard
iemand mishandelde het, en toen werd alles donker.
Je stortte in, en huilend, je armen om de hals van het dier geslagen
werd je zèlf de christen, die je zo hartgrondig had gehaat.
de medelijdende, die het zwakke omhelzen wil.
En jouw Übermensch?
Die is misbruikt, verkracht door die na jou kwamen.
Of is dat juist wat je zag?
Zag jouw geestesoog hem die Auschwitz bouwde?
En werd toen in jouw waanzin alles stil...
Abonneren op:
Posts (Atom)