maandag 14 juni 2010

waarom kijk ik eigenlijk naar voetbal...

De eerste wedstrijd is gewonnen: 2-0 tegen de Denen. Altijd lastig, zo bleek. We zijn weer helemaal joef van voetbal. Op de één of andere manier vindt de mens het geweldig om met miljoenen tegelijk naar een voetbalwedstrijd te kijken. En daarvoor naar voorbeschouwingen. En daarna naar nabeschouwingen. Verwonderd vraag ik naar het waarom hiervan. Waarom vinden we dit nou zo belangrijk? Een tweet van Filosofie Magazine sprak van het vermogen om identiteit aan een groep te geven. De saamhorigheid die voetbal bewerkstelligt maakt het de moeite waard.
Het Nederlands elftal als afspiegeling van een maatschappij die PVV-stemmers nu juist niet willen. Ironisch is dat wel. Wij zijn dus blijkbaar veel meer muticulti dan we willen toegeven. Het is prima als een moslim enkele keren per dag wil bidden, zolang hij maar goed invalt tegen de Denen.
Maar goed. Dat voetbal - of sport in het algemeen - een functie lijkt te hebben, verklaart nog niet het feit dat mensen blijkbaar dit soort spectakels 'leuk' vinden. Wij blijken ontzettend veel waarde te hechten aan volstrekt zinloze zaken, zoals sportwedstrijden. We ontlenen status aan medailles, terwijl die dingen eigenlijk helemaal niets zijn. Sterker nog, als je de begroting van clubs als Real Madrid en Barca zet tegenover de economische omstandigheden waarin het land Spanje verkeert, wordt de verwondering alleen maar groter. Mensen in economisch trieste omstandigheden zijn hartstochtelijk fan van een club die miljoenen over de balk smijt om maar 's werelds beste spelers te kunnen contracteren. Blijkbaar is de status van de club belangrijker dan de vraag naar eigen welvaart.
Mensen vinden, zo lijkt het, een groep belangrijker dan zichzelf. Of nee, men ontleent waarde aan de groep. De eigenwaarde is voor een groot deel afhankelijk van de groepswaarde. De identiteit van mij als individu is niet volledig van mijzelf afhankelijk, maar wordt goeddeels bepaald door de groep of groepen waarbij ik hoor.
Als dat zo is, zou dit dan implicaties kunnen hebben voor de hele discussie waar ik het pas over had, over die van vrijheid. In onze samenleving is vrijheid een heel belangrijke waarde. Vrijheid op vooral individueel niveau... Maar ja, als het individuele niveau voor het individu niet het bepalende niveau is als het om identiteit en welbevinden gaat, zou je dan wel zo de nadruk moeten leggen op individuele vrijheid?
Of, precies andersom, zou je, als je individuele vrijheid zo belangrijk vindt, grootse evenementen, waarbij individuele identiteit juist lijkt weggedrukt te worden, als samenleving niet moeten proberen dergelijke evenementen te ontmoedigen? In plaats van subsidiëren van grootse sportevenementen, juist accijns gaan heffen? Gevaar voor de geestelijke volksgezondheid.
Hoe het ook is. Het is best wonderlijk dat ik, en met mij zo veel anderen, nu weer vol aandacht ben voor het WK voetbal. Mensen hebben ontzettend veel tijd voor zinloze activiteiten. Laat de homo sapiens sapiens zich bezig houden met waar hij het beste in zou moeten zijn: denken. Hoewel ik daar soms ook m'n twijfels bij heb.

zondag 6 juni 2010

ambigu

Het is weer zover. Soms vraag ik me wel eens af of andere mensen dat ook zo vaak hebben als ik. Bij één gebeurtenis zoveel - tegenstrijdige - gevoelens. Anderen lijken zonder meer van een moment te kunnen genieten, of juist niet, maar ik zit er steeds tussenin. Ambigue gevoelens dus, innerlijk met elkaar strijdig, terwijl er toch maar sprake is van één gebeurtenis en ik toch maar in m'n eentje die gebeurtenis onderga.
Vanochtend nog, mocht ik een doopdienst begeleiden. Vreemd genoeg waren mijn reacties deze keer redelijk eensgezind en positief. Dat is zo vaak anders. Het lijkt wel of er naar aanleiding van zo'n gebeurtenis, in dit geval een doopdienst, een hele emmer aan gevoelens met allerlei kleuren vrijkomt, variërend van heel vrolijk en licht tot donker en somber.
Eenrzijds is er de vrolijkheid van de aanwezigen, de ouders, de jongeren die voorin de kerk er met hun neus bovenop mogen staan, de vrolijke liederen. Aan de andere kant is er altijd een gevoel van somberheid ten aanzien van de toekomst van zulke kleine kinderen. Ze komen te leven in een wereld waar zoveel mensen het gewoon onrechtvaardig slecht hebben, waar mensen elkaar naar het leven staan. Ze komen te leven op een aardbol die in rap tempo uitgewoond wordt door onze soort. Wat voor toekomst is er eigenlijk voor hen?
Zo verwonder ik me vaak over die zo tegenstrijdige gedachten; over die 'ambiguïteit', die dubbelzinnigheid die ik zo vaak ervaar als ik kijk naar gebeurtenissen of nadenk over bepaalde onderwerpen. En dat terwijl zo velen vaak zo duidelijk in beeld lijken te hebben 'hoe het zit' of daar grote behoefte aan hebben. Ik geloof niet zo in zwart of wit. Zwart en wit sluiten elkaar niet uit, maar zijn eerder met elkaar verbonden. Zwart zou geen zwart kunnen zijn als er ook niet wit was. Licht zou geen licht kunnen zijn zonder het duister. Hoop op een toekomst bestaat niet als je niet af en toe neigt naar wanhoop?

Tot en met woensdag is er geen ambiguïteit toegestaan in het denken. Politici weten het. De wereld wordt een betere plek als we ofwel de hypotheekrenteaftrek in stand houden, ofwel dat juist niet doen. Vervloekt is die politicus die daarin de nuance zoekt. Nederland wordt een betere plek als we zwaarder straffen, etc. Toch? Helderheid, rechtlijnigheid, dat scoort waarschijnlijk woensdag heel goed. De partijen met een 'V' van vrijheid in hun naam zullen groot zijn.
Ik geloof echter dat het begrip vrijheid, dat we in onze maatschappij zo koesteren inhoudloos wordt. Vrijheid wordt kapot gemaakt waar mensen het allemaal zo precies weten. Fundamentalisme maakt daarom vrijheid kapot, en het maakt niet uit of het daarbij gaat om moslim- of christenfundamentalisten of juist antimoslimfundamentalisten, zoals Wilders. Vrijheid heeft nu juist die intrinsieke dubbelzijdigheid in zich en vraagt erom met grote zorg te worden behandeld. Dus niet met de illusoire gedachte dat vrijheid door middel van eendimensionale ideeën kan worden gewaarborgd. Vrijheid is een veeldimensionale briljant, die telkens anders oplicht naarmate het licht er anders op valt. Nadruk op één aspect van vrijheid - bij voorbeeld die van meningsuiting of die van godsdienst - zorgt er direct voor dat aan andere aspecten van vrijheid tekort wordt gedaan. Zo gaat het ook als je individuele vrijheid absoluut maakt; wat gebeurt er dan met de vrijheid die je als samenleving, als collectief kunt ontwikkelen? Politici kunnen met dergelijke bespiegelingen niks beginnen, want dat vraagt om al te veel nuance in een debat wat dan voor velen (waaronder waarschijnlijk henzelf) onverteerbaar wordt. Kijkcijfers en peilingen vragen om ongenuanceerdheid.

Vrijheid dient daarentegen volgens mij steeds in verwondering overdacht te worden. Anders krijgen we een samenleving waarvan ik de toekomst somber inzie. Die kinderen die vanmorgen gedoopt werden, zal er voor hen een vrije samenleving bestaan? Niet alleen voor klein groepje bevoorrechten in de westerse wereld, maar een wereldwijde vrijheid, waarvan zij dan mogen genieten, samen met anderen, die nu nog uitzichtloos door het leven worstelen.
Uitzichtloos, maar niet hopeloos?