vrijdag 24 december 2010

Nog één keer de moedeloze, een beetje warrige maar misschien toch ook hoopvolle filosoof...

Het moet nu (voorlopig) klaar zijn, het gezeur naar aanleiding van dat baggerstuk over schepping en evolutie. Eigenlijk is zo'n slecht stuk het niet waard om zo lang mee bezig te zijn. Maar ja, ik weet dat er mensen zijn die zulke dingen voor waar zouden kunnen aannemen. Mensen die ook in mijn hyves-omgeving zitten. Of die de stukjes over de moedeloze filosoof ook gelezen hebben... Het zal wel niet, maar het had gekund.
Inmiddels heb ik van twee kanten kritiek: enerzijds uit gelovige hoek, waarvan ik weet dat er diverse mensen zijn die mijn denkbeelden niet minder dan als gevaarlijk zullen typeren. Een gevaar zelfs voor een mogelijk eeuwige toekomst, van mezelf en diegenen wier geloof ik aan het wankelen zou kunnen brengen, door mijn betoog om de Bijbel niet letterlijk te lezen, waarover straks meer. Anderzijds wordt ik bekritiseerd door agnosten en atheïsten, zeer recent nog op een heel vriendelijke manier via een krabbel op hyves ;-). Hoe kan iemand serieus bezig zijn met filosofie, met denken, en desondanks vasthouden aan denkbeelden uit langvervlogen tijden. Ben ik niet bezig met een waanvoorstelling in stand te houden. Durf ik op de één of andere manier de laatste stap van het denken niet te maken?
De vorige blogs waren in zekere gemakkelijk: immers, ik hoefde alleen maar een redenering van een ander onderuit te halen. Dat is niet zo moeilijk, zeker niet als het een hele slechte redenering is. Nu wordt het lastig, want ik zal ook moeten uitleggen hoe ik zelf denk. Dat kan eigenlijk helemaal niet in zo'n kort bestek, maar toch... een poging dan.

Socrates beschouwde zich wijs, omdat hij besefte hoe weinig hij eigenlijk wist. Op grond daarvan zou een agnostische levenshouding logisch zijn. Jango concludeerde dat het zoeken naar een (geloofs)waarheid vanuit die uitspraak van Socrates niet meer zinvol is. Ik volg die (op zich heel valide) conclusie niet, omwille van andere 'confrontaties' die ik met Socrates (of liever met Plato, die over Socrates schrijft in zijn dialogen) heb gehad. Inderdaad, Socrates besefte hoe weinig hij wist, maar juist daarom èn omwille van een sterk besef van de zogenaamde 'Ideeën' bleef hij zoeken. Hij stierf zelfs omwille van dat besef: liever nog dronk hij een gifbeker leeg dan dat hij ook maar iets zou opgeven van zijn levenslange zoektocht.
Socrates beschouwde de werkelijkheid die wij dagelijks om ons heen zag als schaduwen van het eeuwige, de Ideeën. Dat doet hij op een fenomenale manier in het verhaal van de grot: mensen zijn eigenlijk te vergelijken met gevangenen, die vastgebonden zitten, zodanig, dat ze slechts hun hoofd kunnen richten naar de wand van een grot. Daar zien ze allerlei dingen, waarvan ze denken dat het de werkelijkheid is. Het zijn echter alleen maar schaduwen van dingen die zich achter hen afspelen. De filosoof nu, is iemand die losgeraakt is en wel achterom kan kijken. Eerst verblind door het felle licht, is hij verbaasd door wat hij ziet. Hij is als een slechtziende die voor het eerst een bril krijgt aangemeten. Maar ja, leg dat de mensen maar eens uit die nog vast zitten... (filosofen zijn dus ook een beetje arrogant, volgens Socrates: ze menen een vermoeden te hebben hoe het zit. Sorry hoor, als ik soms ook wat arrogant en betweterig overkom).

Socrates zocht zijn leven lang naar die hogere werkelijkheid, zoals zoveel filosofen een leven lang hebben gezocht naar wijsheid, naar waarheid, naar een fundament om een leven op te kunnen bouwen. Dus: waarom zoeken naar waarheid? Omdat het de grondhouding van de filosoof is! Hij of zij leeft in een verlangen waarheid te kennen, of, zo dat blijken mocht, erachter te komen dat er niet zoiets is als waarheid. Maar dan vervolgens toch weer twijfelen of dat echt zo is...
Karl Jaspers was zich ook bewust van dat verlangen naar waarheid, naar antwoorden op de grote vragen van het bestaan. Veel mensen vonden dat verlangen niet meer in het geloof. Vroeger wel; hoewel het misschien erg gemakzuchtig is om maar de waarheid aan te nemen van een geestelijke, vonden veel mensen hun waarheid in dat wat de kerk hun leerde. Heeft de wetenschap die plaats ingenomen? Nee, dat kan wetenschap niet. Dat is ook niet de taak van de wetenschap. De methodes van de wetenschap zijn gericht op het begrijpen van objecten en fenomenen, het uiteenrafelen daarvan. Onderzoek naar leven is voor een wetenschapper onderzoek naar het functioneren van cellen, bloedlichaampjes, moloculen etc. Het verklaart, maar komt niet tegemoet aan het socratisch verlangen naar waarheid en wijsheid. 
Een voorbeeldje: een neurowetenschapper kan mijn hersenen meten wat er gebeurt als ik denk aan de persoon waarop ik verliefd ben. Er blijkt dan bepaalde hersenactiviteit en zo zullen er nog wel wat lichaamsfuncties veranderen. Die wetenschapper kan echter niets zeggen over wat het voor mij betekent verliefd te zijn. Het fenomeen in mijn leven, in mijn bestaan, is voor die wetenschapper ongrijpbaar. 
Jaspers ziet dus een probleem in de moderne wereld: het geloof kan veel mensen niet meer boeien als het om de grote zingevingsvraagstukken gaat, maar de wetenschap kan dat ook niet. Kan de filosofie het misschien? Dat is wel waar hij uitkomt, waar ook ik uitgekomen ben. We leven het leven niet in termen van wetenschap, maar in andere - existentiële - termen. Het voert hier te ver om mijn masterscriptie over Jaspers helemaal te gaan herhalen. Die is wel down te loaden en anders mail ik hem wel. De queeste naar waarheid en wijsheid is (voor mij) nog volop actueel!

Waar te zoeken? Zelf denken natuurlijk, maar ook te rade gaan bij denkers voor me. Bij allen die iets interessants te zeggen hebben over het leven, en wat het bestaan verheldert. Voor mij zijn daarbij componisten erg belangrijk, zoals J.S. Bach en Girolamo Frescobaldi. Die vertellen mij - ook in hun instrumentale muziek - iets over het bestaan. Voor een moment vervalt het idee van tijd en ruimte, vormt zich als het ware een plooi in de tijd. Even kijk ik achteruit, uit die grot van daarstraks. Kunst in het algemeen kan zo'n functie hebben, maar ook weer de oude verhalen uit bijvoorbeeld de Bijbel. Ik kom uit een bepaalde traditie en kijk terug wat er vanuit die traditie aan waarheden uitgesproken en opgeschreven is. Maar - de traditie waar ik over spreek is een protestant-christelijke - ik kijk zelf ook graag in de traditie van bijvoorbeeld de Rooms-Katholieke kerk, hoe beroerd die momenteel ook in het nieuws is. Meister Eckhart, Hildegard von Bingen, Bonaventura en nog veel meer mystici en denkers hebben dingen geschreven die een licht kunnen werpen op wat waarheid zou kunnen zijn.

Het begrip waarheid is in de loop der jaren voor mij wel wat anders geworden: ik ben opgegroeid met het waarheidsbesef dat ik nu zo bekritiseer, namelijk dat waar is wat in de Bijbel staat, zodanig dat het correspondeert met een gebeurtenis op zeker moment op een zekere plaats. Maar dat is geen waarheid! Dat is juistheid. Dat is een kijken naar pre-moderne teksten met moderne ogen. Dat is poëtische taal lezen alsof je een krantenartikel of een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift aan het lezen bent.
Het ware heeft betrekking op datgene wat Socrates bedoelt met wat schaduwen veroorzaakt en wat door Karl Jaspers het Umgreifende wordt genoemd. In mijn traditie noemen we het God, waarvan diezelfde traditie zegt dat Hij geheel anders is. Emmanuel Levinas zal dat ook zeggen van de Andere in Totalité et infini. Dat geheel andere noemt Jaspers dus Umgreifend. Het is van andere orde dan de orde van subject-object splitsing. Het gaat over onze gebruikelijke orde heen, waarin wij slechts kunnen spreken in termen van 'ik - ander' of 'ik - het'. Het overstijgt die orde en is daarom moeilijk onder woorden te brengen. Het is eigenlijk onmogelijk.
Het is misschien lastig om te begrijpen wat dat betekent: overstijgen van de subject-object splitsing. Nogmaals verwijs ik naar mijn masterscriptie en uiteraard ook naar het werk van Jaspers zelf, die onder andere een boek geschreven heeft over wat hij noemde 'maatgevende personen', namelijk Socrates, Boeddha, Confucius en Jezus. (Recent heeft iemand die titel bijna gekopieerd). Ik heb de neiging me vooral op één van die personen te concentreren, hoewel de anderen me ook erg boeien, maar dat kan wel te verklaren zijn door de traditie waarin ik sta, maar die ik, dat moge nu wel duidelijk zijn, niet zonder meer herkauw.

Vanwege mijn oriëntatie op die ene persoon (en ontzettend veel geschriften en kunstwerken naar aanleiding van hem): Jezus Christus, durf ik me nog steeds gelovige te noemen, hoe bescheiden en twijfelend ook. Ik heb geen duidelijke waarheid, maar zoek ernaar. Ik zoek niet naar zekerheid, maar naar ruimtes, die zich openen door het luisteren naar en uitvoeren van muziek, het kijken naar mooie beeldende kunst, het bestuderen van geschiedenis, van filosofische en van religieuze teksten. Dat ik ben teruggekeerd bij 'mijn' traditie komt overigens omdat ik al zoekend tot een conclusie ben gekomen: de christelijke boodschap is er uiteindelijk één die (naasten)liefde centraal stelt en ik kan me geen boodschap voorstellen die ik en deze wereld beter zou kunnen gebruiken. Dat in naam van die boodschap mensen eeuwenlang elkaar het licht ih de ogen niet hebben gegund, elkaar zelfs hebben afgeslacht, doet aan de kern van de boodschap voor mij niets af.

Terug naar het oorspronkelijke thema: ik zou willen dat de Gereformeerde bond binnen de PKN niet zou proberen de mensen, die soms heel erg leunen op uitspraken die door het bestuur daarvan gedaan worden, schijnzekerheden voor te spiegelen. Het lijkt wel of men met dichtgetimmerde waarheden de jonge kerkgangers wil afschermen van wat er buiten de deuren van de kerk wordt gezegd en gedacht. Dat is behalve in mijn ogen misleidend ook vergeefse moeite...
(Jonge) mensen hebben recht op hun eigen twijfels en onzekerheden. Op vrije ruimte om zelf een verhouding in te nemen ten opzichte van de traditie waaruit ze komen, ten opzichte van de wetenschap waar ze kennis van nemen, ten opzichte van hun eigen bestaan. In zijn tijd bekritiseerde Jezus de religieuze voorgangers. Dat was nou juist vooral omdat ze precies voorschreven hoe mensen moesten leven. De vrijheid van de mensen om een eigen weg te zoeken was kapot gemaakt. Keer op keer schopt Jezus tegen die praktijken aan en probeert hij mensen te bevrijden van wat hen gebonden hield.
Betekent het hebben van ruimte, van vrijheid ook automatisch iets prettigs? Volgens mij niet, want je wordt op jezelf teruggeworpen. Waar vroeger de dominee of pastoor je precies voorschreef wat goed was en wat slecht, zal de vrije mens dat voor zichzelf moeten bepalen. Hij of zij is zelf verantwoordelijk en dat is soms helemaal niet zo prettig. Je kunt namelijk ook nooit iemand anders de schuld geven van datgene wat niet zo goed uitpakt.

Filosofisch geloven is niet het klakkeloos aannemen van hele of halve waarheden, maar een zoektocht naar iets dat eigenlijk per definitie onkenbaar is. Vanuit een startpunt van de 'ietsist', degene die vermoedt dat er best 'iets' zou kunnen zijn, ga ik op pad om te zien wat Iets, wat het goddelijke, inhoudt. Of ik er wat van kennen kan. Een op zichzelf niet rationele sprong is dan dat ik het gevoel heb dat er bij bepaalde mensen iets van het goddelijke te zien is, in het bijzonder bij Jezus Christus. In de christelijke traditie gaat men zelfs zover om te zeggen dat hij niet zomaar mens was, maar zelfs geïncarneerde God was. Leuk eigenlijk dat ik dit blog op kerstavond zit af te ronden, waar net de menswording op het punt staat herdacht te worden.
Een subjectieve sprong? Ja. Er is geen bewijs voor en dat is maar goed ook. Anders zou het weer een objectief verhaal worden, met alle vastigheden van dien. Alle onvrijheid van dien. We zouden terugvallen in het schema subject - object, in navolging van de orthodoxen waar ik nu juist zoveel kritiek op heb gehad in mijn recente blogs.
Wordt vast nog vervolgd... 

dinsdag 14 december 2010

een nog steeds moedeloze filosoof...

Het einde van dit projectje nadert. Eerst nog een laatste kritische noot bij de Handreiking over schepping en evolutie van de Gereformeerde Bond. Daarna een stuk, geschreven vanuit een ander perspectief, namelijk dat waar ik voorlopig zelf terecht ben gekomen na vele jaren van zoeken.

In de inleiding van het eerste stuk sprak ik over een nalatigheid van de kant van de Gereformeerde Bond. In de eerste plaats vanwege het verzwijgen van de discussie tussen geloof en wetenschap. Nu pas is er de handreiking. In de tweede plaats, en dat staat in het vervolg van dit stuk centraal, vanwege het verzwijgen van inzichten vanuit de Hermeneutiek en de implicaties daarvan voor de manier waarop ook Bijbelteksten kunnen worden geïnterpreteerd. Als student kwam ik namelijk ook daarmee in aanraking en dat was misschien nog wel verwarrender dan de verwarring die door de evolutietheorie werd veroorzaakt. Het klinkt wellicht als een heel ander onderwerp, maar het is mijns inziens cruciaal voor het debat, zo blijkt trouwens ook uit de Handreiking.

De Handreiking gaat namelijk op een aantal plaatsen in op de status van de Bijbel, de Heilige Schrift. Het hele probleem waar de Handreiking mee te maken heeft, is immers een direct gevolg van de manier waarop de Schrift gelezen wordt. Op twee manieren worden daarover belangrijke uitspraken gedaan. De eerste manier is daar waar wordt gesteld dat de taal van de Schrift een heel andere is dan de taal van de wetenschap. Dat wordt op enkele plaatsen duidelijk en het is iets waar ik helemaal achter sta. De wegen scheiden daar waar de Handreiking dit combineert met de andere manier waarop de Handreiking over de Schrift spreekt.

Die tweede manier namelijk, waarop de Handreiking de status van de Schrift benadert is die van de manier ‘waarop de Schrift gelezen wil worden’, meer in het bijzonder (onder andere) als historisch feitelijk. De auteurs gaan uit van wat we met een mooi woord correspondentie noemen: de uitspraken uit de Bijbel corresponderen met een gebeurtenis, ergens op een bepaalde plaats op een bepaald moment. Men zegt weliswaar dat er ook diepere lagen in de teksten te vinden zijn, maar men houdt vast aan de historiserende lezing van de Schrift.

De auteurs van de Handreiking menen exact te weten hoe de Bijbel gelezen moet worden. De heel sterke uitdrukking ‘hoe de Schrift gelezen wil worden’ onderstreept dat. Men waarschuwt voor het opleggen van ‘leesregels van buitenaf’, hoewel mij nergens duidelijk wordt waarom de leesregel die de GB aldus aan de Schrift oplegt buiten dat criterium zou vallen. Is ook niet de uitspraak van de GB een regel van buitenaf? De gehele Handreiking is een vorm van ‘buitenaf’. Het spreekt over de Schrift. Elk menselijk spreken is spreken over iets. De enige manier waarop een radicaal Sola Scriptura mogelijk is, is door de Bijbel dicht te laten. Op het moment dat de Schriften opengaan, worden ze geopend. De predikant kiest een pericoop en interpreteert reeds door het kiezen. Er is, met een mooi woord, telkens sprake van een intentionele relatie. Daarom is het uitspreken van de zin ’er mogen geen leesregels van buitenaf aan de Schrift worden opgelegd’ op zichzelf een regel die van buitenaf wordt opgelegd.

Laat eens een aantal mensen achter elkaar eenzelfde tekst voorlezen: je zult steeds andere dingen ontdekken, andere klanken horen, andere klemtonen. Je kunt nog zo streven naar een respectvolle omgang met de tekst, nooit zal de lezer losgezien kunnen worden van de tekst. Nogmaals, dat kan paradoxaal genoeg alleen dan en slechts dan als de tekst ongelezen blijft!

De auteurs van de Handreiking staan in een traditie die zich weinig van het bovenstaande aantrekt. De pretentie is en blijft ongewijzigd dat men exact weet wat de status is van de Bijbel en hoe deze gelezen ‘wil worden’. Dat is een pretentie die dicht komt bij (of zelfs voorbijgaat aan)wat in de Rooms-Katholieke Kerk ‘onfeilbaarheid’ wordt genoemd. Allerlei vragen hieromtrent worden stelselmatig genegeerd of met een Deus ex machina afgedaan. Nogmaals: de Hermeneutiek wordt genegeerd,.

Hermeneutiek: interpretatieleer. Het is al een paar keer genoemd. In de filosofie en in de theologie is het belangrijk gedachtegoed en het zoekt juist naar de relatie tussen een persoon en teksten. Een Bijbeltekst staat niet op zichzelf: iemand die een tekst leest, leest die tekst voorzien van een interpretatietraditie. Wij worden in de Handreiking geconfronteerd met een interpretatietraditie waarbij weliswaar wordt gesteld dat de Bijbeltekst van een andere aard is dan een wetenschappelijke tekst, maar dat we deze toch letterlijk moeten opvatten.

Die eis van letterlijkheid verdoezelt juist de geheel andere aard van de religieuze tekst. In Gereformeerde Bondskringen wordt niet onderkend dat poëtische taal andere taal is dan juridische taal (in tegenstelling tot wat de auteurs zeggen, namelijk dat Genesis historische zaken vertelt, wil ik stellen dat het een juridische en poëtische tekst is, namelijk een stijlvolle (en betekenisvolle) aanhef van de Thora, de wet van Israël). Juist de diepe lagen van de tekst blijven onaangeroerd, omdat het zonodig moet ’kloppen’. Je kunt je zelfs afvragen of een dergelijke lezing niet ten diepste een seculiere lezing is: men is zo gevormd door het moderne (wetenschappelijke) denken dat men de Bijbel reduceert tot een objectief verslag, de Bijbel verliest diepgang en wordt niet veel meer dan een krant, waarvan we ook vinden dat elk artikel moet corresponderen met een daadwerkelijk plaatsgevonden gebeurtenis.

Zo eindigt de serie kritische opmerkingen die ik wilde maken naar aanleiding van de Handreiking. Met kritische opmerkingen wil ik het verhaal niet afsluiten. Misschien zal ik in een volgend blog een alternatief presenteren.

zaterdag 4 december 2010

sorry hoor...

De laatste twee blogs hebben een lay-out die via hyves een vervelend effect heeft. Sorry daarvoor. Via Blogger is tekst veel makkelijker leesbaar. Mijn naam daar is 'joops blog'. Dus als je wat fijner wilt lezen, kan het daar.

Een moedeloze filosoof (2)

Alweer een tijdje geleden heb ik mijn eerste blog geschreven naar aanleiding van Schepping en evolutie – een handreiking, die me deed denken aan een werk van rabbijn Moses Maimonides (11e eeuw): Gids voor verwarden. Toen betoogde ik dat de handreiking als zodanig niet of nauwelijks functioneren kan. Deze keer wil ik iets dieper ingaan op een tweetal argumenten, waarmee de Gereformeerde Bond (GB) het terrein van de (wetenschaps)filosofie betreedt, maar naar mijn overtuiging allerminst overtuigend. Waar ik naar verwijs zijn de volgende twee argumenten: de eerste staat in de passage die begint onder het kopje ‘macro-evolutie’, de tweede is de stap die men zet van wetenschapsleer naar het vlak van de ethiek (levensfilosofie), verderop in het document. Deze twee argumenten zijn de enige twee keer dat in het document het geloofsperspectief even wordt verlaten en tegemoet lijkt te worden gekomen aan de kritiek die ik vorige week heb geformuleerd.

Macro-evolutie

Het centrale argument in het stuk betreft de passage over (macro)evolutie. Op deze hypothese richt traditiegetrouw vrijwel elke gelovige zijn of haar pijlen en wel met de op zich heel correcte redenering dat het een theorie betreft die onmogelijk met empirisch materiaal bewezen en/of herhaald kan worden (hoewel daar desondanks vanuit de genetica toch vraagtekens bij kunnen worden gesteld). Daarbij vermeldt men dan nog in de Handreiking dat het goed mogelijk is dat deze theorie kan worden vervangen door een andere. Alweer een goed stukje wetenschapsleer, nog wel uit de school van het Pragmatisme. Dat is dan wel weer verrassend. Als het uitkomt shoppen de leden van de GB blijkbaar bij een concurrent. Wat er dan gebeurt is echter ofwel een vergissing van de auteurs ofwel een poging de lezers te misleiden. Ik ga maar uit van de goede trouw en dus van de eerste mogelijkheid. De auteurs suggereren een logisch geldig gevolg: ‘wanneer iets een hypothese is, getuigt het van wijsheid om je er niet mee te willen verzwageren.’

Is bovenstaande inderdaad een (logisch) correcte uitspraak? Mijns inziens niet, allereerst omdat het de vraag is of de uitgangspositie gedeeld kan worden. De auteurs doen alsof het gerechtvaardigd is de hypothese van macro-evolutie te isoleren van andere wetenschapsgebieden, zoals de genetica, de virologie en de neurowetenschappen om er maar enkele te noemen. Nu komen juist uit die wetenschapsgebiedenkeer op keer geluiden die evolutie niet alleen tot een hypothese te reduceren, maar vooral tot een plausibele hypothese. De auteurs van de Handreiking lijken voor het gemak te vergeten dat de pragmatiek inderdaad wetenschappelijke theorieën relativeert, maar dat wel relateert aan de mate waarin theorieën werken, deze succesvol zijn. In dat kader zal de wetenschapper vrij eenvoudig de aanval over rechts kunnen pareren. Immers , de medische wetenschap bijvoorbeeld heeft gigantische sprongen kunnen maken sinds de inzichten van Darwin daar zijn toegepast.

De auteurs van de Handreiking maken voorts nog een fout: ze houden de hypothese van het geloof buiten schot. Geloofstaal is van een andere orde en daarmee basta. Wetenschap moet zich aan andere regels onderwerpen dan het geloof. De bewering dat de Schrift een verhaal vertelt dat ook naar de historische letter moet worden gelezen, maakt dat er aan deze heilige teksten een geldigheidsclaim wordt toegekend die vergelijkbaar is met die van wetenschappelijke teksten. Een aantal keer schrijven de auteurs dat we in bescheidenheid moeten spreken over het mysterie van de Schepping. Waarom doen de auteurs dat dan zelf niet? Heel stellig stellen ze dat onderwerping aan de Schrift betekent dat de teksten over de wording van de aarde als (onder andere) historisch juist moeten worden gelezen. Dergelijke opvattingen zijn net zo goed hypotheses en moeten derhalve ook kritisch bekeken worden.

Nu dan, het geschut van de wetenschapsfilosoof is in stelling gebracht. De arme student is machteloos! Immers, we hervatten de redenering waar de auteurs van de Handreiking zelf mee aan kwamen dragen: het getuigt van wijsheid om je niet zomaar te verzwageren met de eerste de beste hypothese. Neen, we toetsen elke hypothese op het succes wat ermee bereikt is. Dus ook die van de Gereformeerde Bond! De (natuur)wetenschappen zijn sinds de publicatie van Darwins werk sterk veranderd. Ze maken eigenlijk allemaal gebruik van de inzichten die de evolutietheorie heeft gebracht. Zo ook de medische wetenschap, met ontegenzeglijk ongelooflijke resultaten voor de gemiddelde levensverwachting van mensen. Oké, toegegeven, we kunnen de macro-evolutie als zodanig niet nabootsen... Maar inzichten in genetisch onderzoek, in virologie en dergelijke, wijzen vooralsnog eerder op een keuze voor evolutie dan voor Genesis op grond van de plausibiliteit ervan. We verzwageren ons niet met zomaar een theorie. Met welke dan wel? Met een theorie die lijkt te werken! En als we kijken naar de feiten lijkt het er toch op dat de moderne mens zijn of haar hogere levensverwachting meer aan wetenschap (gestoeld op evolutietheorie) dan... De regel is dat mensen genezen in ziekenhuizen, niet in gebedshuizen!

Het bovenstaande klinkt misschien erg hard. In mijn vorige blog schreef ik over de vragen die ik wellicht van collega’s zou kunnen ontvangen. Naar aanleiding van het bovenstaande zouden (mede-)kerkgangers mij kunnen vragen of ik überhaupt nog wel geloof. Nu heb ik daar een aantal jaren erg aan getwijfeld, vooral ten gevolge van de opvattingen, zoals door de GB gehuldigd, namelijk dat de Bijbel naar de letter moet worden gelezen om jezelf een fatsoenlijk gelovige te mogen noemen. Als je dat doordenkt, kom je terecht in een onmogelijke situatie: ofwel je gelooft, maar dat is dan tegen beter weten in, als je tenminste een beetje op de hoogte bent van wat er in de wetenschap en filosofie gebeurt. Ofwel je gelooft maar niet meer, moedeloos van de vreemde gedachtengangen waar je je aan lijkt te moeten onderwerpen. Maar er is meer…

Ethiek en evolutie

We gaan verder met het betoog; althans diegenen die het nog kunnen en willen volgen. Voor een aantal lezers kan het stuitend zijn dat iemand vraagtekens zet bij de Handreiking. Dat iemand de Gereformeerde Bond zelfs nalatigheid verwijt (zie mijn eerste blog) omdat de discussie zo lang vrijwel is genegeerd. Overigens niet door iedereen, want er werd lokaal wel degelijk veel over nagedacht in het verleden. Ik herinner me een aantal avonden waar ik zelf bij betrokken was, ongeveer twintig jaar geleden en waar gebruik gemaakt werd van publicaties van de EO. Het is een steeds oplaaiend debat, waar iedere generatie een positie in moet proberen te vinden. Te gemakkelijk blijft daarbij de positie van de Gereformeerde Bond zelf buiten schot. De wetenschap moet verantwoording afleggen? Ook de opvattingen van de Gereformeerde Bond. Maar daarover later meer.

Eerst ga ik nog een passage onder de loep nemen die me erg fascineert, namelijk die over wat ethische implicaties die door de auteurs van de Handreiking werden benoemd. Men zegt daar dat het evolutionistisch principe van ‘survival of the fittest’ een morele bedreiging kan vormen als het als ethisch principe wordt toegepast. Om te beginnen vond ik het een wonderlijke zaak dat het hier geïntroduceerd werd, want het is als argument absoluut niet relevant in de discussie over wetenschap en religie. Immers, we zoeken toch naar waarheid? Naar de meest plausibele theorie? Als die theorie moeilijke (ethische) implicaties heeft is dat niet relevant, hooguit vervelend.

Het is voorts alweer de vraag of de redenering van de auteurs überhaupt correct is. De evolutietheorie wordt gekoppeld aan totalitaire regimes als communisme en fascisme, terwijl bij voorbeeld liberalisme en kapitalisme buiten schot blijven (misschien is het omdat juist dàt denken zo geworteld lijkt te zijn in het protestantisme). Als er in de wereld één (expliciete) toepassing is van ‘survival of the fittest’ dan is het wel in het kapitalisme. Het communisme zo onbeargumenteerd koppelen aan evolutieleer lijkt me wat kort door de bocht, dat verdient op z’n minst wat onderbouwing. Inderdaad, dan blijft het fascisme, waar je een verkrachte vorm van evolutionair denken (en een verkrachting van het denken van Nietzsche in het bijzonder) duidelijk kunt zien. Nee, er wordt met een gemene retorische truc, een heel bepaalde invulling gegeven aan de ethische implicaties van evolutietheoretisch denken.

Een heel bepaalde en heel eenzijdige lezing, want als we iets dieper gaan kijken naar de evolutie van de mens, dan zien we ook andere zaken oplichten: in de antropologie bijvoorbeeld. Daar wordt wel gesteld dat één van de bepalende succesfactoren in de evolutie van de mens solidariteit, medeleven, is geweest. Hoe verrast waren onderzoekers toen men in Afrika een skelet ontdekte van een vroege ‘hominide’ (mensachtige, evolutionaire voorloper van de mens) waar duidelijk sporen waren te vinden van zodanig geheelde verwondingen dat men de conclusie trok dat hier verzorging noodzakelijk was geweest, en dus een vorm van samenleving die juist niet uitging van ‘survival of the fittest’. De evolutietheorie, als je kijkt naar de evolutie van de mens, levert juist ook argumenten op voor een heel sociale samenleving, waar zorg voor elkaar de norm is. Immers, dat is waardoor de mensheid überhaupt heeft kunnen overleven. Het behoort tot het eigene van de mens om een gekwetste te verzorgen in plaats van het kwetsbare te willen vermorzelen!

De Handreiking laat ons dus een heel vooringenomen en eenzijdig beeld zien van op evolutietheorie gestoelde opvattingen. Dat is jammer, want hierdoor kan het doel van de Handreiking niet bereikt worden. Zo komen we, via deze blog, weer terug bij het oorspronkelijke argument. De student staat nog steeds in verwarring. De Handreiking wordt bij nauwkeurige lezing ontmaskerd als slecht onderbouwde onzin, geschreven door een paar predikanten die, zo lijkt het althans, zeer slecht op de hoogte zijn van wetenschap en wetenschapsleer.

Hartelijke groet. Hoewel er maar weinigen zijn die dit zullen lezen – mijn boodschap zal de schrijvers van de Handreiking waarschijnlijk niet bereiken - hoop ik op een koerswijziging. Einstein zei ooit dat je dingen zo eenvoudig mogelijk moet weergeven, maar niet eenvoudiger dan dat. Zo simpel als de GB het wil stellen is het niet. Jonge mensen wordt met de Handreiking tekort gedaan. Ze moeten niet een lesje voorgehouden worden, maar ruimte krijgen om te reflecteren op hun eigen verhouding als gelovig mens ten opzichte van wetenschap. En ten opzichte van de geloofsinhouden waarmee ze zijn opgegroeid!

donderdag 18 november 2010

Een moedeloze filosoof

Al een tijdje heb ik niet geblogd. Dat is omdat ik niets toe bloggen had. Eerder omdat ik mijn gedachten niet goed openbaar durfde maken. Een beetje moedeloos was ik, zoekend naar de juiste woorden om hieraan uitdrukking te geven, rekening houdend met enkele van mijn potentiële lezers (hoewel toch bijna niemand dit soort zware kost lezen zal ;-)).
Waar was ik moedeloos van geworden? Zoals degenen die mij kennen wel weten, ben ik een regelmatige kerkganger. Vaak als organist, maar ook als ik geen dienst heb, ga ik regelmatig. Nu is de kerk waar ik vaak 'vrijwillig' heenga, er één van de wat behoudende stempel; een wat conservatieve stroom binnen de PKN, terwijl ik mezelf min of meer vrijzinnig christen zou willen noemen. Dat hoeft allemaal niet zo erg te zijn, maar soms word ik er wel eens moedeloos van. Zoals ook pas nog, toen er in het kerkblaadje de tekst was opgenomen die door het hoofdbestuur van de zogeheten 'Gereformeerde Bond' binnen de PKN was uitgegeven. Het stuk is heet 'Schepping en evolutie - een handreiking'.
Op zich herkende ik me wel in de inleiding van het stuk: de schrijvers hadden gemerkt dat jonge mensen, bijvoorbeeld tijdens hun studie, in verwarring kunnen raken als ze geconfronteerd worden met wetenschappelijke (evolutie)denkbeelden. Dat terwijl ze zijn opgegroeid met de waarheden van het Bijbelse scheppingsverhaal.
Die verwarring herkende ik wel. Dat had ik twintig jaar geleden ook meegemaakt! Nu dan zo'n handreiking. Daar zitten veel mensen op te wachten. Oké het is een jaar na het 150-jarig jubileum van die denkbeelden. Het was dus al oud nieuws toen de Gereformeerde Bond in 1906 werd opgericht! Maar goed, toen hadden we natuurlijk nog geen media zoals nu en was het aantal mensen dat ging studeren niet zo groot. De overgrote rest van het kerkvolk kon vrij eenvoudig dom gehouden worden, door eenvoudigweg de kwestie te negeren of zich er met een Jantje-van-Leiden van af te maken. Nu kan dat niet meer. Tijden zijn veranderd.
Tja, was dat maar waar. De schrijvers van de handreiking hebben zich er toch gemakkelijk van af gemaakt, al zullen ze zich daar ongetwijfeld niet van bewust zijn. Als dat zo was, zou de handreiking er immers heel anders uitgezien hebben. Er is een 'Gids voor de verwarden' uitgekomen die die naam niet mag dragen.
'Gids voor de verwarden', dat is niet de titel van deze tekst, maar van een tekst uit de jaren '80 van de elfde (!) eeuw, van Moses Maimonides, een Joodse filosoof. Wat was het geval, in zijn tijd werden gelovige studenten geconfronteerd met de nieuw ontdekte filosofie van Aristoteles, de filosoof die gezien kan worden als grondlegger van heel wat wetenschappen, waaronder ook de biologie. Tja, het bleek dat diens uitspraken over bijvoorbeeld de eeuwigheid van de aarde niet strookten met wat in de Torah en de profeten stond. Duizend jaar en er blijkt niets te zijn veranderd. Wel in de inhoud van de gids, want reeds in de duistere middeleeuwen verkondigde Moses Maimonides aan zijn studenten dat de aard van de ‘taal van de Schrift’ een andere is dan die van de natuurfilosofen. Voor hem was het een vanzelfsprekendheid dat de teksten van de Schrift niet naar de letter dienden te worden gelezen (…). Voor de schrijvers van de handreiking is dat jammer genoeg niet het geval. Om moedeloos van te worden.

Nu dan, bijna duizend jaar later, dus een nieuwe Gids voor verwarden… Mijn voornaamste kritiek op deze gids is niet de opvatting die verkondigd wordt, maar vooral de manier waarop dat wordt gedaan: van op grote afstand! Bij wijze van spreken vanaf de kansel worden studenten op pad gestuurd met een serie geloofsuitspraken, die weliswaar een mening verkondigen over wetenschap, maar daar geen moment van binnenuit over spreken. Het is een serie uitspraken van buitenaf. Het moment dat het lijkt alsof er wel van binnenuit iets gezegd wordt, blijkt dat flinterdun en zonder adequate kennis van de huidige staat van wetenschapsfilosofie te zijn, maar daarover volgende keer meer.

Van buitenaf dus… Daarmee bedoel ik dat het stuk geschreven is vanuit een perspectief wat ik ‘ons kent ons’ zou willen noemen. Door gelovigen voor gelovigen. En dat is nu juist waar de (verwarde) student waarschijnlijk helemaal niets mee kan. Die weet allang hoe de dominee erover denkt en heeft keurig geleerd ‘hoe het zit’. Er wordt hier als het ware nog eens een catechisatie herhaald. Nee, de student komt binnen in de collegezaal en krijgt vanuit een geheel ander perspectief een boodschap te horen. Hij of zij krijgt les van wetenschapsfilosofen die als het goed is prima op de hoogte zijn van wat er op dit moment speelt, zowel in de wetenschapsfilosofie als in een aantal wetenschappen zelf. Juist die colleges zullen verwarring zaaien, zeker als daartegenover niets staat dan een ‘nietus’ van een groepje dominees. Veel meer niveau heeft namelijk de argumentatie van de Handreiking niet.

Begrijp me niet verkeerd. Als ik spreek over niveau bedoel ik nadrukkelijk het wetenschapsfilosofische niveau, want dat is het gebied waarop men zich begeeft, alsook op het terrein van wat met een mooi woord epistemologie wordt genoemd, kenleer. Deze takken van de wijsbegeerte houden zich bezig met de vraag naar wat wetenschap is en wat kennen (en kennis) betekent. Immanuel Kant (inmiddels bekend van de reclame) zou het concentreren in de vraag: wat kan ik weten? Dat terrein wordt betreden en vraagt dus om gedegen kennis, niet alleen van het eigen perspectief, maar ook om kennis van andere perspectieven. Uiteraard doen de predikanten van de GB vooral waar ze goed in zijn, namelijk het lezen en uitleggen van Bijbelteksten op de manier zoals past binnen de traditie waarin de Gereformeerde Bond staat. Wat mij vooral zorgen baart is dat men blijkt niet in staat te zijn tot het formuleren van een Handreiking die de student bij wijze van spreken materiaal biedt voor tijdens het college wetenschapsfilosofie.

Dat kan ook niet, gezien de uitgangspunten die men kiest, namelijk dat de waarheid van een Bijbeltekst wil zeggen dat de inhoud van de tekst moet corresponderen met een feitelijke gebeurtenis. Die vooronderstelling wordt in de Handreiking niet geëxpliciteerd, noch worden alternatieven voorgesteld. Zo blijft er een gapende kloof tussen de opvattingen van de gelovige en de student. Om moedeloos van te worden... Hoe leg ik zoiets uit aan mijn collega's? Die zullen wel denken... Gaat die gozer naar een kerk waar ze nog geloven dat dat verhaal van zes dagen precies klopt? Gelooft-ie dat zelf ook? En zo blijft het werkelijke verhaal waarom en wat een mens geloven kan buiten beschouwing.

Maar goed, dit is wel weer genoeg voor deze keer. Het volgende blog moet gaan over de inhoud van mijn kritiek. Want alleen maar zeggen dat het niet deugt kan natuurlijk niet. O ja, nog voor diegenen die het stukje broddelwerk van de GB zelf willen lezen: de Handreiking vindt u als u op deze link klikt.

donderdag 2 september 2010

Met kleine stapjes op weg naar... een PhD?

De enkeling die mijn blog wel eens leest zal het niet zijn ontgaan dat ik bezig ben met het voorbereiden van wat eens een proefschrift moet worden. Over een jaar of vier, waarschijnlijk eerder vijf, zou ik dan een boek klaar moeten hebben, waarvan een commissie wijze mannen (sorry, maar dat is meestal jammer genoeg nog steeds zo) heeft besloten dat het voldoet aan de eisen waaraan iets dergelijks moet voldoen. Het is de hoogste berg die je intellectueel gezien beklimmen kunt en het lijkt me geweldig om die uitdaging aan te gaan. In Italië heb ik op de fiets vorige maand al best pittige beklimmingen gedaan, maar deze klim lijkt me nog veel mooier.
Tijdens de zomervakantie heb ik al veel gelezen van en over de filosoof die tijdens mijn promotietraject een belangrijke rol zal spelen, Gianni Vattimo. De man leeft nog, dus misschien lukt het me wel om een keer met hem in gesprek te gaan. Dat zou helemaal fantastisch zijn. Ik heb eerder al eens beloofd dat ik wat zou schrijven over wat Vattimo eigenlijk gefiloseerd heeft. Daar ga ik nu maar eens mee beginnen. Elke keer een klein beetje... Voor iedereen die het lezen wil. Of misschien wel vooral voor mezelf: schrijvend m'n gedachten ordenen en een plaatsje geven aan datgene wat ik gelezen heb.

Vattimo kijkt, zoals elke filosoof, verwonderd om zich heen. Wat is dat eigenlijk voor maatschappij waarin we leven? Waar bevind ik mij eigenlijk? Een heel moderne samenleving is het... Of misschien toch niet. Want wat is dat: modern. Volgens Vattimo is modern de tijd waarin mensen geloofden in vooruitgang. Wetenschap en techniek bewogen zich steeds vooruit. Waarheen?
Naar een wereld waar geen mythen meer nodig zijn. Een wereld waar verschijnselen keurig wetenschappelijk verklaard kunnen worden. Wereld is daarbij een misleidend woord hoor. Het gaat eerder om Europa, later aangevuld met Noord-Amerika. Van een wereld die steunde op het fundament van de Godsdienst, zou de wereld evolueren tot één die stevig stond op het fundament van de (natuur-)wetenschappen. Ook de sociale wetenschappen en bijvoorbeeld de geschiedenis werden gemodelleerd naar de natuurwetenschappen, zoekend naar objectieve kennis.
Van die wereld is vooralsnog niet veel terecht gekomen. Vattimo ziet dat het streven naar eenduidigheid, naar objectiviteit, hopeloos gefaald heeft. Met Nietzsche zegt hij dat er geen feiten bestaan, slechts interpretaties. Waarheid is een haast relatief begrip geworden. Het is maar hoe je het bekijkt. Vanuit welk perspectief. Eerder heb ik daar al eens in een blog over geschreven. We zitten nu dus met de gebakken peren: van de religie is niet veel meer over en de wetenschappen hebben er niets dan interpretatie tegenover kunnen zetten. Interpretaties van verschijnselen, die telkens weer door nieuwe interpretaties achterhaald worden. De stabiele werkelijkheid van de westerse (mannen-)samenleving, met de bijbehorende 'Joods-Christelijke' wortels is ook maar één van de mogelijke werkelijkheden gebleken.
We zijn terecht gekomen in wat Lyotard la Condition postmoderne noemde, de postmoderne conditie. Een samenleving waarin fundament ontbreekt. Zowel het premoderne religieuze als het moderne wetenschappelijke fundament. Individuen en groepjes individuen kunnen nog wel het idee hebben dat ze leven met een bepaald fundament, maar er is geen gezamenlijk gedachtengoed wat door eenieder voorondersteld wordt. Er is een veelheid aan perspectieven, niets dan interpretatie, en zelfs dat is interpretatie.
Vattimo vindt zich in een wereld die nihilistisch genoemd wordt. Nihil, zonder grond onder de voeten. Geen overstijgende waarheden, geen metafysica. Niets dus, dat aan de werkelijkheid voorafgaat of dat overstijgt. Een oude Bijbeltekst (Prediker 1) zegt ook al zoiets: 'Luchte en leegte, zegt Prediker, lucht en leegte, alles is leegte.'
Relativisme dus, zal iemand misschien denken (ik eerst ook, eerlijk gezegd). Nee hoor, dat is wel spannend aan het denken van Vattimo. Hij komt niet tot de conclusie dat alles relatief is, dat er bijvoorbeeld ethisch gezien ook niets zinnigs te zeggen valt. Maar daarover later misschien wel meer. Het is al moeilijk genoeg om het nihilisme een beetje te snappen, vind ik. En om het te snappen en een vrolijke filosoof te blijven. Want op zich is het natuurlijk best beangstigend om er achter te komen dat je geen grond onder de voeten (meer) hebt.

maandag 16 augustus 2010

Weer terug van weggeweest

Zo, daar ben ik weer. Vier weken is het stil gebleven, waarvan ik er ruim drie in Italië heb gezeten. Het was weer de moeite waard. De week voordat ik vertrok kreeg ik een paar geweldige berichten, waarvan het gesprek met mijn waarschijnlijke promotor het onbetwiste hoogtepunt was. Dat maakte deze drie weken vakantie tot een heerlijk nagenieten, en tegelijkertijd ook een startpunt van wat waarschijnlijk vier of vijf inspannende jaren gaan worden.
En ook weer elke ochtend Italiaanse les. Ook dat krijgt nu een andere dimensie, aangezien mijn promotieonderzoek zich voor een groot deel concentreert op een Italiaanse filosoof. Ooit begon de cursus Italiaans als een leuke hobby, nu is het ineens heel belangrijk voor mijn werk. Het leven wordt echt mooi als werk en hobby niet meer van elkaar te onderscheiden zijn!
Maar het gaat nu dus echt beginnen: de afgelopen weken heb ik al flink wat leeswerk gedaan om meer en meer thuis te raken in het denken van Gianni Vattimo. Gisteren dan nog een eerste concept geschreven van een projectplan voor het promotieonderzoek. Geïnteresseerd in de voortgang? Hou dan af en toe dit blog bij. Misschien dat ik ook wel af en toe iets ga schrijven over wat het denken van Vattimo precies inhoudt...

vrijdag 9 juli 2010

digitaal of analoog?

Digitale televisiekijkers moeten terug naar analoog! Anders juichen de buren al voor het eerste doelpunt, terwijl bij jou de spelers nog halfweg het Wilhelmus zijn. Dat kunnen we niet hebben natuurlijk, dus weg met HD en andere moderne toestanden. Terug naar analoog, hoewel dat ook wel vertraagd zal zijn ten opzichte van de werkelijkheid.
Ieder in de straat heeft zo z'n eigen werkelijkheid: de wedstrijd vindt eigenlijk 'live' op allerlei tijdstippen plaats. Gek hoor. Het wordt natuurlijk pas echt spannend als na het gejuich bij de buren op jouw televisie de bal over gaat.
Een paar weken geleden bedacht ik me een variant daarop: met de mogelijkheden van fotoshop en zo, zou er op dit moment in Noord-Korea een heel volk reikhalzend kunnen uitzien naar hùn glorieuze finale. Een hele propagandmachine retoucheert gewoon wat shirtjes en voilà, de Noord-Koreanen blijken een droomtoernooi te hebben gespeeld. Letterlijk.
Zo gek is dat niet, als je ziet dat de reactie van FIFA op de afgekeurde goal van de Engelsen: ze zetten gewoon een samenvatting op hun website waar dat fragment uit was weggeknipt! Als de werkelijkheid je niet bevalt, creëer je gewoon een andere. Als je maar machtig genoeg bent, kan je die werkelijkheid nog opleggen aan anderen ook.
Nu is dat niets nieuws. Zouden de geschiedenisboeken dezelfde inhoud hebben gehad, als niet de winnaar, maar de verliezers van een oorlog de verhalen mochten schrijven? Als niet de man, maar de vrouw de inhoud van die boeken zou hebben gedomineerd?
Is de hele discussie over het al dan niet hebben plaatsgevonden van de holocaust ook niet iets dergelijks? Is er niet een groep die zich een werkelijkheid wenst waarin dergelijke verhalen kunnen worden afgedaan als propaganda?
Dat is ineens wel zware kost, maar soms is het volgens mij wel eens goed om te bedenken dat de werkelijkheid niet zo voor de hand ligt. Dat bijvoorbeeld beelden van de werkelijkheid ook constructies kunnen zijn. Lachwekkend is de stuntelige poging van de FIFA om zich een vriendelijker werkelijkheid te construeren. Serieus wordt het als dingen als genocide uit geschiedenisboeken worden gehouden of gehaald.
En vandaag won Cavendish de sprint... toch?

maandag 14 juni 2010

waarom kijk ik eigenlijk naar voetbal...

De eerste wedstrijd is gewonnen: 2-0 tegen de Denen. Altijd lastig, zo bleek. We zijn weer helemaal joef van voetbal. Op de één of andere manier vindt de mens het geweldig om met miljoenen tegelijk naar een voetbalwedstrijd te kijken. En daarvoor naar voorbeschouwingen. En daarna naar nabeschouwingen. Verwonderd vraag ik naar het waarom hiervan. Waarom vinden we dit nou zo belangrijk? Een tweet van Filosofie Magazine sprak van het vermogen om identiteit aan een groep te geven. De saamhorigheid die voetbal bewerkstelligt maakt het de moeite waard.
Het Nederlands elftal als afspiegeling van een maatschappij die PVV-stemmers nu juist niet willen. Ironisch is dat wel. Wij zijn dus blijkbaar veel meer muticulti dan we willen toegeven. Het is prima als een moslim enkele keren per dag wil bidden, zolang hij maar goed invalt tegen de Denen.
Maar goed. Dat voetbal - of sport in het algemeen - een functie lijkt te hebben, verklaart nog niet het feit dat mensen blijkbaar dit soort spectakels 'leuk' vinden. Wij blijken ontzettend veel waarde te hechten aan volstrekt zinloze zaken, zoals sportwedstrijden. We ontlenen status aan medailles, terwijl die dingen eigenlijk helemaal niets zijn. Sterker nog, als je de begroting van clubs als Real Madrid en Barca zet tegenover de economische omstandigheden waarin het land Spanje verkeert, wordt de verwondering alleen maar groter. Mensen in economisch trieste omstandigheden zijn hartstochtelijk fan van een club die miljoenen over de balk smijt om maar 's werelds beste spelers te kunnen contracteren. Blijkbaar is de status van de club belangrijker dan de vraag naar eigen welvaart.
Mensen vinden, zo lijkt het, een groep belangrijker dan zichzelf. Of nee, men ontleent waarde aan de groep. De eigenwaarde is voor een groot deel afhankelijk van de groepswaarde. De identiteit van mij als individu is niet volledig van mijzelf afhankelijk, maar wordt goeddeels bepaald door de groep of groepen waarbij ik hoor.
Als dat zo is, zou dit dan implicaties kunnen hebben voor de hele discussie waar ik het pas over had, over die van vrijheid. In onze samenleving is vrijheid een heel belangrijke waarde. Vrijheid op vooral individueel niveau... Maar ja, als het individuele niveau voor het individu niet het bepalende niveau is als het om identiteit en welbevinden gaat, zou je dan wel zo de nadruk moeten leggen op individuele vrijheid?
Of, precies andersom, zou je, als je individuele vrijheid zo belangrijk vindt, grootse evenementen, waarbij individuele identiteit juist lijkt weggedrukt te worden, als samenleving niet moeten proberen dergelijke evenementen te ontmoedigen? In plaats van subsidiëren van grootse sportevenementen, juist accijns gaan heffen? Gevaar voor de geestelijke volksgezondheid.
Hoe het ook is. Het is best wonderlijk dat ik, en met mij zo veel anderen, nu weer vol aandacht ben voor het WK voetbal. Mensen hebben ontzettend veel tijd voor zinloze activiteiten. Laat de homo sapiens sapiens zich bezig houden met waar hij het beste in zou moeten zijn: denken. Hoewel ik daar soms ook m'n twijfels bij heb.

zondag 6 juni 2010

ambigu

Het is weer zover. Soms vraag ik me wel eens af of andere mensen dat ook zo vaak hebben als ik. Bij één gebeurtenis zoveel - tegenstrijdige - gevoelens. Anderen lijken zonder meer van een moment te kunnen genieten, of juist niet, maar ik zit er steeds tussenin. Ambigue gevoelens dus, innerlijk met elkaar strijdig, terwijl er toch maar sprake is van één gebeurtenis en ik toch maar in m'n eentje die gebeurtenis onderga.
Vanochtend nog, mocht ik een doopdienst begeleiden. Vreemd genoeg waren mijn reacties deze keer redelijk eensgezind en positief. Dat is zo vaak anders. Het lijkt wel of er naar aanleiding van zo'n gebeurtenis, in dit geval een doopdienst, een hele emmer aan gevoelens met allerlei kleuren vrijkomt, variërend van heel vrolijk en licht tot donker en somber.
Eenrzijds is er de vrolijkheid van de aanwezigen, de ouders, de jongeren die voorin de kerk er met hun neus bovenop mogen staan, de vrolijke liederen. Aan de andere kant is er altijd een gevoel van somberheid ten aanzien van de toekomst van zulke kleine kinderen. Ze komen te leven in een wereld waar zoveel mensen het gewoon onrechtvaardig slecht hebben, waar mensen elkaar naar het leven staan. Ze komen te leven op een aardbol die in rap tempo uitgewoond wordt door onze soort. Wat voor toekomst is er eigenlijk voor hen?
Zo verwonder ik me vaak over die zo tegenstrijdige gedachten; over die 'ambiguïteit', die dubbelzinnigheid die ik zo vaak ervaar als ik kijk naar gebeurtenissen of nadenk over bepaalde onderwerpen. En dat terwijl zo velen vaak zo duidelijk in beeld lijken te hebben 'hoe het zit' of daar grote behoefte aan hebben. Ik geloof niet zo in zwart of wit. Zwart en wit sluiten elkaar niet uit, maar zijn eerder met elkaar verbonden. Zwart zou geen zwart kunnen zijn als er ook niet wit was. Licht zou geen licht kunnen zijn zonder het duister. Hoop op een toekomst bestaat niet als je niet af en toe neigt naar wanhoop?

Tot en met woensdag is er geen ambiguïteit toegestaan in het denken. Politici weten het. De wereld wordt een betere plek als we ofwel de hypotheekrenteaftrek in stand houden, ofwel dat juist niet doen. Vervloekt is die politicus die daarin de nuance zoekt. Nederland wordt een betere plek als we zwaarder straffen, etc. Toch? Helderheid, rechtlijnigheid, dat scoort waarschijnlijk woensdag heel goed. De partijen met een 'V' van vrijheid in hun naam zullen groot zijn.
Ik geloof echter dat het begrip vrijheid, dat we in onze maatschappij zo koesteren inhoudloos wordt. Vrijheid wordt kapot gemaakt waar mensen het allemaal zo precies weten. Fundamentalisme maakt daarom vrijheid kapot, en het maakt niet uit of het daarbij gaat om moslim- of christenfundamentalisten of juist antimoslimfundamentalisten, zoals Wilders. Vrijheid heeft nu juist die intrinsieke dubbelzijdigheid in zich en vraagt erom met grote zorg te worden behandeld. Dus niet met de illusoire gedachte dat vrijheid door middel van eendimensionale ideeën kan worden gewaarborgd. Vrijheid is een veeldimensionale briljant, die telkens anders oplicht naarmate het licht er anders op valt. Nadruk op één aspect van vrijheid - bij voorbeeld die van meningsuiting of die van godsdienst - zorgt er direct voor dat aan andere aspecten van vrijheid tekort wordt gedaan. Zo gaat het ook als je individuele vrijheid absoluut maakt; wat gebeurt er dan met de vrijheid die je als samenleving, als collectief kunt ontwikkelen? Politici kunnen met dergelijke bespiegelingen niks beginnen, want dat vraagt om al te veel nuance in een debat wat dan voor velen (waaronder waarschijnlijk henzelf) onverteerbaar wordt. Kijkcijfers en peilingen vragen om ongenuanceerdheid.

Vrijheid dient daarentegen volgens mij steeds in verwondering overdacht te worden. Anders krijgen we een samenleving waarvan ik de toekomst somber inzie. Die kinderen die vanmorgen gedoopt werden, zal er voor hen een vrije samenleving bestaan? Niet alleen voor klein groepje bevoorrechten in de westerse wereld, maar een wereldwijde vrijheid, waarvan zij dan mogen genieten, samen met anderen, die nu nog uitzichtloos door het leven worstelen.
Uitzichtloos, maar niet hopeloos?

zondag 30 mei 2010

weer een normaal weekeinde

Na alle lange weekeinden, nu weer eens een normale. Nu doorknallen tot de zomer. Nu is voor mij, kerkorganist, ook dit weekeinde niet normaal. Sowieso was het knap heftig, met afgelopen vrijdag eerst een uitvoering van de musical Jozef. In Rijswijk waren we te gast, waar we een prettige uitvoering hebben beleefd. Niet dat alles perfect ging, maar goed, de reacties waren heel enthousiast. Nu duurt het tot september/oktober voordat we weer een uitvoering hebben. Mooie gelegenheid om wat puntjes op de 'i' te zetten, ook muzikaal, want ik ervoer toch wel wat ingeslopen slordigheidjes. Iets om over na te denken in elk geval.

Vanmorgen had ik weer dienst in Heusden. Dat is een kerk waar vandaag nog een laatste kerkelijke feestdag gevierd wordt: Trinitatis. In veel kerken gaat dat geruisloos voorbij, hoewel de aandacht ervoor ook vanmorgen erg beperkt was. Voor een organist is er voor die zondag ook niet heel veel materiaal gecomponeerd. Meestal kom ik met 'Der Du bist Drei in Einigkeit' van Walther aanzetten, of een stuk dat nog een beetje de sfeer van Pinksteren ademt. Vanmorgen na de dienst trouwens een bewerking van 'Wir glauben all an Einen Gott', een bewerking van Luthers' versie van de geloofsbelijdenis, wat ook wel past bij deze zondag.
Maar ik ga misschien te snel, dus ik zal even uitleggen: Trinitatis is een zondag waar in het bijzonder de drie-eenheid van God centraal staat. De drie personen, Vader, Zoon en Geest, die toch één God worden genoemd. Een interessant filosofisch probleem ook, trouwens, waar al veel mensen zich over hebben gebogen. Eén van de grootsten daarvan is Augustinus geweest, met een dik boek over de Drie-eenheid. Dat boek heb ik toevallig tijdens het fietsweek-end in Limburg in de boekhandel in Wittem gekocht.

Gek eigenlijk, dat van alles omtrent God en geloof in twijfel wordt getrokken, terwijl één van de lastigste concepten, de Triniteit, nauwelijks aandacht krijgt. Dat geldt trouwens ook binnen de kerk, waar maar klakkeloos over Vader, Zoon en Geest gesproken wordt alsof het allemaal vanzelfsprekend is. Is het misschien een tè lastig concept?

Voor een organist is het dus een lastige zondag, gewoon omdat er eigenlijk zo ontzettend weinig voor gecomponeerd is. Heel abstract zou ik nog het grote praeludium en fuga in Es voor orgel kunnen instuderen: dat heeft Bach als opening en slotdeel van het derde deel van zijn Clavier Uebung gebruikt, waarvan door heel wat experts wordt beweerd dat het qua symboliek (toonsoort in drie mollen, een tripelfuga en zo nog meer) precies de Drie-eenheid wil benadrukken. Misschien een idee, voor volgend jaar...

woensdag 19 mei 2010

Bijna Pinksteren

Nog een paar dagen, dan is het weer Pinksteren. Dan heb ik ook weer dienst als organist in Waalwijk. Veni creator spiritus... een suite van Nicolas de Grigny. Geen hond die weet wat ik zit te spelen, maar ik vind het toch erg mooi en passend. Na de dienst een fantasie van Bach over Komm Heiliger Geist Herre Gott. Gisteravond en vanavond heb ik even zitten studeren, maar het is wel erg lastige muziek. Topsport, zou mijn vroegere docent hebben gezegd. Het klopt wel. Die muziek is technisch erg lastig, maar het moet te doen zijn om het voor zondagochtend in orde te hebben.
Het woord is Geest geworden... is dat niet de betekenis van Pinksteren? Met Kerst zeggen we dat het Woord vlees is geworden. Nu gaat het een stap verder. Met Hemelvaart is het Woord als vlees definitief niet meer onder ons om met Pinksteren als Geest terug te keren. Te reïncarneren, niet in één mens, maar in ontelbare mensen.
Toch een lastig fenomeen, al die feestdagen, zoals Pinksteren en Hemelvaart. We krijgen er fijn onze vrije dagen voor, maar erin geloven is toch wel iets anders. Veel gelovigen kunnen anderzijds nauwelijks begrijpen dat het ongelooflijk is. Althans, dat gevoel heb ik vaak in de kerk, waar niet vaak vraagtekens worden gezet bij de geloof-waardigheid van de grote gebeurtenissen die tijdens de feestdagen worden herdacht. Ik kom vaak in een kerk, waar de gebeurtenissen zonder meer als feitelijk gebeurd worden beschouwd. Ik weet het niet... Eerlijk gezegd geloof ik een hoop van die verhalen niet als feitelijk gebeurd.
Desondanks ga ik aanstaande zondag naar de kerk en speel ik met volle overtuiging. Desondanks heb ik vanavond de zanggroep van de Gereformeerde kerk in Waalwijk gedirigeerd; met volle overtuiging. Niet overtuigd van de feitelijke juistheid van de verhalen. Wel van de waarheid ervan.
Filosofische vragen zijn het, naar wat waarheid eigenlijk is. Pontius Pilatus vroeg het aan Jezus zelf: wat is waarheid? Het is een vraag die steeds actueel blijft. Zondag speel ik De Grigny en Bach. Muziek die de waarheid van Pinksteren weergeeft, op een manier die Heidegger dichterlijk zou noemen. Dichterlijk, niet feitelijk. Want dichterisch wohnet der Mensch.

maandag 10 mei 2010

weer terug uit Slowakije

Een paar weken geleden is het alweer dat ik iets van me heb laten horen. Dat heeft wel een reden, want ik ben een weekje in Slowakije geweest. Een plaatselijke Protestante gemeente, hier in Waalwijk (dezelfde van de musicalgroep), werkt al jaren aan een project in het dorpje Ton, ongeveer 50 kilometer buiten Bratislava. Vorig jaar ben ik voor het eerst meegegaan en nu dus weer. Een week stevige fysieke arbeid: bouwen aan een gemeenschapshuis in een heel kleine gemeenschap.
Het werk vordert langzaam, zeker voor Nederlandse begrippen, maar wel gestaag. Veel bewondering heb ik voor de predikant daar, die met eindeloos geduld werkt aan zijn droom, die nu langzamerhand werkelijkheid wordt. Hoewel hij lijkt te werken aan een luchtspiegeling - de kerkelijke gemeenschap lijkt eerder kleiner dan groter te worden - maar hij blijft doorgaan, in een enorm godsvertrouwen. Daar kan ik eigenlijk alleen maar vol ontzag naar opzien.
Maar toch, we hebben toch weer heel wat gedaan, en de afbouw is nu eigenlijk echt begonnen. Nog een paar jaar, dan zou het wel eens klaar kunnen zijn. Er zijn nogal wat Nederlanders die zich afvragen of die mensen daar niet wat meer zelf zouden kunnen doen. Nee dus, en wel om de volgende redenen: de gemiddelde leeftijd van de kerkmensen daar is relatief hoog (net als hier in Nederland) en hun getal is erg klein. Een andere reden is dat de lokale bevolking het gewoon arm heeft en alle zeilen moet bijzetten om überhaupt het hoofd boven water te houden. Dat ze er toe gekomen zijn om toch het afgelopen jaar ook heel wat zelf te doen, is eigenlijk erg knap, gegeven hun economische situatie.
Wij zijn er dus weer heen geweest, een week lang, met dertien mensen. En het was geweldig. Ongelooflijk gelachen, hard gewerkt, maar ook serieuze gesprekken. Het was er allemaal. Heerlijk. Sjouwen, egaline mixen, nog meer sjouwen, voegen afwerken, plafonds witten... vooral werken met m'n handen, n plaats van met m'n hoofd. Intensief, maar juist heel ontspannend.
En dan het eten! Daar zorgden wat oude dames uit de Slowaakse gemeenschap elke dag voor. Heerlijk eten, elke dag weer, uit de traditionele keuken. Ook de maaltijden zijn steeds een moment van onderlinge ontmoeting, zowel met de plaatselijke mensen als met elkaar.
Veel tijd voor uitstapjes was er niet, maar op zondagmiddag namen we deel aan een bijeenkomst van een aantal koren in een kerk, een stadje verderop. We hebben daar zelf een tweetal liederen gezongen. Heel apart om mee te maken (net als de weg naar het stadje toe ;-) voor de insiders). Zo ook een concert van een muziekschool, enkele dagen later, trouwens, waar een aantal zangeressen en een pianiste op een best hoog niveau hun kunsten lieten horen. Dan op vrijdagmiddag ook nog vrij. Met een paar mensen zijn we toen naar een thermaalbad geweest. Ook heel gezellig hoor, en weer veel gelachen. Vooral in het bubbelbad, waar een paar dames - formaat potvis - de fijnste plekken bezet hielden. Geen gezicht, zo'n bubbelstraal die vetrollen en borsten als puddingen laat trillen. Brrrr, en dan fijntjes Nadine die me vraagt of zo'n vrouw niks voor mij is. Nou laat maar, je zou in een onbewaakt ogenblik het leven kunnen laten tussen twee vetrollen en twee weken later pas worden ontdekt.
Het was dus erg gezellig, maar ook heel serieus. De economische verschillen tussen hen en ons zijn enorm, maar van hun bescheiden leefstijl kunnen wij nog veel leren in ons verspilzieke en individualistische kikkerlandje. Al die klagerige Hollanders zouden af en toe eens hun vakantieresorts moeten verlaten en kennis nemen van de erbarmelijke situatie waar het gros van de wereldbevolking in leven moet.
Of toch maar niet. Iedereen doet maar wat hij of zij wil. Ik heb in elk geval een fantastische week gehad.

zondag 18 april 2010

nog een week

De dag nadert: 24 april. Voor mij in twee opzichten erg belangrijk. 's Middags gaat de musical Jozef in première, die we met de Musicalgroep Besoyen hebben ingestudeerd. Sinds een tijdje ben ik bij die groep betrokken vanwege de muziek. Dit is de eerste keer dat ik echt van het begin af aan met de groep heb mogen werken. Daarbij komt dat het ook vanwege deze musical is dat ik voor het eerst zelf muziek ben gaan schrijven. De première zal dus een heel spannend moment worden. Gisteren hebben we een hele dag gerepeteerd. Dat leverde me wel wat meer vertrouwen op voor de uitvoering, al moet er nog steeds het één en ander gebeuren. Het ziet er in elk geval al heel mooi uit, de kostuums, het decor. Nu de uitvoering op de dag zelf nog...
De middaguitvoering zal ik zelf dirigeren, maar 's avonds moet ik tot mijn grote spijt verstek laten gaan, vanwege de andere belangrijke gebeurtenis. Het is namelijk ook op die dag de dag van de filosofie, waar ik als 'moderator' mag deelnemen bij één van de lezingen. Een leuke lezing wordt het, maar voor mij is het misschien wel een start om vaker dit soort dingen te doen. En ook om mensen te ontmoeten die me met promoveren verder kunnen helpen. Want dat moet de komende tijd meer centraal komen te staan: een proefschrift. Het blijft een beetje aanmodderen anders, twee studies gedaan, maar de finale steeds maar vermijden. De finale uitdaging voor de eeuwige student die ik ben blijft toch om de 's' van drs af te poetsen. Dat is het vervelende van de drs-titel, het zegt feitelijk alleen maar dat je iets niet bent, namelijk doctor. En dat niet ben ik nu zelfs twee keer! Daar kan ik het natuurlijk niet bij laten zitten.
Hoe dan ook, volgende week is belangrijk, en tegelijk een afsluiting van een ontzettend drukke periode. De zware belasting van twee keer per week repeteren is dan ook voorbij. Tijd voor andere dingen...
Nu is het ook weer tijd voor iets anders: even musiceren.

maandag 5 april 2010

De Paastijd is begonnen

Tweede Paasdag. Gisteren heb ik een fijne dienst mogen begeleiden op het orgel in de Lutherse kerk te Heusden. Het kleine kerkje zat zo ongeveer vol en Gea ging voor. Dat is altijd prettig samenwerken. Verder hoefde ik niets meer, maar mocht ik alleen; eerst 's avonds eten bij m'n zus, en vanmorgen nog even naar de kerk in Besoyen, waar Aeolisch optrad. Een leuke band is dat.
Nu even een stukje typen in m'n blog. Tja, de feestdagen zijn toch een beetje dubbel soms. Aan de ene kant enthousiaste verhalen over feestelijke ontbijten en zo, aan de andere kant de verhalen van mensen die het juist nu erg moeilijk hebben. Juist op dagen als deze kan de herinnering aan bijvoorbeeld een overledene weer des te meer pijn doen. En ik? ik zit er meestal tussenin. Echt genieten van feestdagen doe ik eigenlijk nooit. Ik hobbel er rustig doorheen, soms vrolijk met vrienden of familie, soms een beetje melancholiek in m'n eentje.
Vandaag overheerst de melancholie wel, maar het is dan wel weer fijn om achter de piano die gevoelens te kunnen benoemen. Het is dus niet zo dat ik de hele dag nu naar vrolijke paasmuziek ga zitten luisteren, zoals ik die bijvoorbeeld op hyves heb geplaatst. Integendeel eigenlijk. Zojuist heb ik een lp (ouwerwets he) opgezet met de 6e symfonie van Tchaikovski: de pathetique. Als je eens in de gelegenheid bent om die te beluisteren... Hoewel, je moet er wel tegen kunnen, want het is wel een stuk dat zwelgt in treurigheid. Maar zo ontzettend goed.
Nou ja, ik heb verder toch niet veel te doen vandaag, dus ik denk dat ik nog maar eens wat ga werken. Morgen begint het gewone leven weer. Het lees- en correctiewerk komt er aan. Een drukke tijd...
Alweer.

zondag 28 maart 2010

nog een weekje

Het is vandaag zondag Palmarum, de laatste zondag voor Pasen. Gelukkig! Nog maar een paar dagen en dan heb ik een heerlijk lang week-end. De komende dagen zijn nog eventjes erg druk, zowel op het werk als 's avonds, maar dan wordt het een moment stil. Dat is toch altijd erg prettig, Goede Vrijdag als vrije dag. Rustig luisteren naar een uitvoering van de Mattheüs Passie (weliswaar op CD, maar toch); even weg uit de hectiek. Dat hou ik altijd vrij voor mezelf.
Daarvoor trouwens een paar avonden achter elkaar muziek: eerst op dinsdag een gewone repetitie van de musicalgroep, dan op woensdag achter de piano bij een koor en op Witte Donderdag de dienst in Waalwijk begeleiden op het orgel.
Over het orgel in Waalwijk gesproken. Dat was gisteren erg leuk. Collega's op bezoek in de kerk om dat orgel eens te bekijken. Hun zoontje (6 jaartje oud) wilde dat wel eens zien. Dat is wel heel leuk hoor, dat zo'n kind een ouderwets instrument als een orgel erg interessant vindt.
Misschien is dat wel een kans voor het instrument: een generatie die geen vreemde bijsmaak bij het kerkorgel heeft. Want dat is toch vaak wel het geval. Hele volsstammen weten niet beter dan wat ze in de plaatselijke kerk aan orgelspel hebben gehoord. Een nog steeds zijn er veel voorbeelden van hoe beroerd dat kan zijn. Nu ben ik geen groots organist hoor, maar ik probeer toch een beetje mooi werk ten gehore te brengen. Wat ik soms hoor op zondag als ik zelf zit te luisteren is ronduit tenenkrommend en zeker geen reclame voor het instrument. Misschien dat de geseculariseerde maatschappij voor het instrument kansen biedt in de vorm van oprecht geïnteresseerde, onbevooroordeelde luisteraars...

zondag 21 maart 2010

Nog twee weken...

Vanmorgen had ik alweer dienst als organist. Net als vorige week in de Gereformeerde kerk in Waalwijk. Deze keer alleen als organist, vorige week moest ik het combineren met het dirigeren van een zanggroep. Het is inmiddels de vijfde zondag in de 40-dagentijd. Volgende week nog een zesde en dan gaan we naar het Paasweekeinde toe. Het is allemaal wat veel aan het worden. Op m'n werk draai ik teveel uren, twee keer per week de musicalgroep en dan nog de zanggroep van de gereformeerde kerk en de diensten als organist erbij. Het is eigenlijk zoveel, dat ik niet ten volle kan genieten van die dingen, en ook niet van de leuke wijncursus op maandagavond.
Maar ik moet niet klagen, er gebeuren gewoon leuke dingen en de drukte zorgt er gelijk ook voor dat ik continu wel dingen te doen heb en veel in contact ben met andere mensen. Afgelopen woensdag mocht ik bijvoorbeeld vertellen over één van mijn passies: de Mattheüs Passion van Bach. Dat was een ontzettend geslaagde avond. Verder begint de musical nu echt vorm te krijgen. De muzikanten raken steeds beter op elkaar ingespeeld, hoewel er nog wel veel moet gebeuren. Schrijf maar vast in de agenda: 24 april, het Willem van Oranje college te Waalwijk. De première van 'onze' musical Jozef.

Hoe leuk ook, het zal best fijn zijn als er na Pasen weer eens een avond vrij blijft in m'n agenda...

zondag 21 februari 2010

de eerste zondag in de veertigdagentijd

Vanochtend had ik weer dienst in Heusden. Het was er erg druk, het minikerkje zat helemaal vol met 40 mensen. Niet toevallig natuurlijk, want er was een hele bijzondere voorganger: prof. Smalhout. En ik mocht orgelspelen. Dat zijn best aparte dingen om mee te maken.
Het gaf mooi wat stof voor een vervolg op mijn vorige blog. Toen had ik het er al over dat deze tijd voor mij altijd een tijd is waarin ik wat bewuster dan normaal nadenk over mijn plek in de wereld. Dat is dan vooral de wereld als de plek waar zoveel trieste dingen gebeuren. Veel triester nog dan een Nederlands kabinet dat stukgaat. Hoewel de gevolgen daarvan ook heel erg kunnen zijn, als bij volgende verkiezingen de angst wint en de partij van de angst misschien wel regeringsverantwoordelijkheid moet dragen. Hoe gaat Nederland eruit zien als angst en argwaan, als zelfs haat in wetten worden vertaald?
In elk geval staat dat in schril contrast met de boodschap van vanmorgen: de boodschap van de naastenliefde. Verhalen over naastenliefde voor vreemdelingen! Precies het omgekeerde van de trend in ons landje. Een prachtig verhaal trouwens, dat van een Romeinse legercommandant die bij Jezus komt met een verzoek om een ondergeschikte van hem te genezen. Een bezetter vraagt aan iemand van het onderdrukte volk om hem te helpen. En die doet dat vervolgens nog ook.
Naïef van Jezus? Zoals hij wel vaker van die onmogelijke boodschappen had... Nee, niet naïef! Hij zag dat, waar haat met haat vergolden wordt, er niets dan geweld rest; een oorlog van allen tegen alles, zou de filosoof Hobbes het noemen. Er is uiteindelijk maar één middel om de oneindige spiraal van haat te doorbreken. Met solidariteit, met liefde tot de ander. Naast de ander staan, in plaats van tegenover die ander.
Maar daar win je waarschijnlijk de komende verkiezingen niet mee...

woensdag 17 februari 2010

aswoensdag

Carnaval is voorbij. Niet dat ik dat vier, overigens. Hoewel ik geboren Brabander ben heb ik eigenlijk nooit carnaval gevierd. Langs de randen van Brabant heb je van die plaatsen waar carnaval niet behoort tot de plaatselijke folklore. Het zijn protestante regio's die zich vanouds niets aantrekken van de in de rest van de procincie geldende gebruiken aan de vooravond van de Veertigdagentijd, de vastenperiode voorafgaand aan Pasen.
Die periode van veertig dagen, die vandaag is begonnen, die 'vier' ik dan weer wel. Althans, op m'n eigen manier. Echt vasten doe ik bijvoorbeeld niet, al heb ik me voor de komende tijd wel voorgenomen mijn wijnconsumptie wat te temperen. Het is meer een periode van wat bewuster leven, en nadenken over de wereld om mij heen. Nu doe ik dat wel vaker, maar toch...
Als kerkmusicus heb ik het, net als in de periode voor kerst, sowieso altijd wat drukker dan anders. Straks, in de laatste week voor Pasen, is het weer vrijwel elke avond raak. Dit jaar ben ik overigens ook gevraagd een avond te verzorgen over de Matthäus-Passion van mijn grote held, J.S. Bach. Wel heel spannend, want hoewel ik al jaren bezig ben met die muziek en het lezen van boeken erover, heb ik er nog nooit zo nadrukkelijk over hoeven spreken.

Maar goed, de Veertigdagentijd is begonnen. En er valt best veel na te denken. Wat betekent bijvoorbeeld mijn levenspatroon voor de wereld om me heen? Ik rij niet eens in een Hummer, maar alles wat ik doe kost de wereld iets. Het gebruik van de computer om dit blog bij te houden levert al CO2-uitstoot op. Of moet ik me daar maar geen zorgen over maken?
Er lijkt een groeiende groep mensen te zijn die dat inderdaad maar niet meer doen. Elke gelegenheid wordt aangegrepen om slechte berichten over het klimaat te relativeren. Zelfs de aanhoudende winter die we nu beleven. De wetenschappers zullen er wel naast zitten. Ze zijn het op z'n minst niet met elkaar eens. Slaap zacht...
Tot blijkt dat we te laat zijn. Wie zal dan de kamervragen beantwoorden? Komt er dan een commissie om te beoordelen wie er veantwoordelijk is geweest? Dan zal het te laat zijn. Je kunt je afvragen of het ecologisch systeem al niet over het tipping point heen is. Who cares dat er in een rapport een fout staat over het deel van Nederland dat onder zeeniveau ligt? Het gaat om de evidente ontwikkelingen, die klaarblijkelijk door allerlei populistische politici genegeerd mogen worden. Natuurlijk mag dat, aangezien hun aanhang ook geen idee heeft. Liever gaan we allemaal door met ons gedrag, we willen helemaal geen trieste verhalen horen over toekomsten waar de mens alle zeilen zal moeten bijzetten om überhaupt te overleven. Het zal mijn tijd wel duren... Na ons de zondvloed.
Hoe meer ik erover nadenk is dat geen vraag maar een feit. Na ons komt er inderdaad...
Een zondvloed? Dat klinkt wel hard, maar desondanks mogen we dat misschien wel stellen, aangezien het ten dele door ons zelf veroorzaakt is. Nu maar hopen dat het inderdaad na ons zal zijn. Of toch niet. Ik heb geen kinderen. Als ik over het thema van klimaatverandering nadenk vind ik dat eigenlijk wel fijn. Desondanks zou het wel aardig zijn om meer na te denken over een wereld na ons. Hebben wij een verantwoordelijkheid ten aanzien van komende generaties? Dat is een zware filosofische vraag, en omdat dit blogbericht al zwaar genoeg is, komt dat nog wel een latere keer.

In elk geval, de Veertigdagentijd is voor mij altijd een periode om eens wat meer stil te staan bij mijn gedrag ten opzichte van de wereld om mij heen. Heb ik invloed op de wereldproblemen? Zwaarmoedig hoor... Maar ik maak er - al is het maar in het klein - wel deel van uit.
Ik zal, om de sfeer van het klimaatprobleem nog wat te benadrukken, een stuk muziek plaatsen op m'n hyves dat daar mooi bij past en wat ook gecomponeerd is voor de laatste week van deze tijd, de week van Goede Vrijdag. De teksten zijn uit de Klaagliederen van Jeremia: de profeet beweent de ruïnes van de stad Jeruzalem.

dinsdag 2 februari 2010

Zou het kunnen: Jesaja in het echt?

Afgelopen zaterdag zat ik nietsvermoedend mijn espressootje te drinken toen ik een artikeltje las met daarbij een foto die me wel aansprak. Wekelijks probeer ik een italiaans krantje te lezen: de Corriere della sera. Er is in Waalwijk een winkeltje waar ze zowaar die krant verkopen, zodat ik mijn Italiaans door het jaar heen een beetje kan bijhouden. Deze week stonden er een paar leuke artikelen in, waaronder één over een antilope die nu eens niet opgegeten werd door twee cheeta's. Ik geloof het bijna niet, ze zullen wel zitten te spelen met het dier, voordat ze het opeten. Het artikel beweerde iets anders, vandaar mijn vraag: zou het echt kunnen?

Zou het mogelijk zijn dat soms de normale gang van zaken verstoord wordt, en in dit geval zelfs een oude profetie even waarheid wordt? Ik moest onwillekeurig even denken aan die mooie tekst uit Jesaja 11: Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden.

Tja, het zal wel een beetje sentimenteel zijn van me, maar ik vond het gewoon een leuk artikel...

vrijdag 15 januari 2010

het klaart weer wat op

Collega's heb je in verschillende soorten, dat is deze week maar weer gebleken. Een vervelende e-mailwisseling kan een week helemaal domineren, althans in mijn geval. Jaloers ben ik wel eens op mensen die daar zomaar overheen kunnen stappen. Ik ga dan zitten piekeren, wat dagen kan duren. Dagen die dan een soort schaduw over zich krijgen. Een sombere, donkere schaduw.
Het is me in het verleden al vaker gebeurd: vergaderingen waarin allerlei dingen gezegd worden, die ik vervolgens mee naar huis neem en die tot diep in de nacht mijn gedachten bepalen.Het ging juist de laatste tijd zo lekker, maar deze week trok er weer een wolkenveld over.
Dan is een ander soort collega - met oog voor je - wel erg waardevol. Daarnet, vlak voor het weekend, nog een mailtje met een opbeurende inhoud. Nee, dan noem je zo iemand geen collega meer, maar een vriend.

Maar nu iets heel anders, gelukkig. Morgen is er een studiedag van een filosofische vereniging, de stichting voor Christelijke filosofie. Ik ben twee jaar geleden al eens naar zoiets geweest, maar ik ga nu nog maar eens kijken. Misschien steek ik er weer wat op of ontmoet ik interessante mensen. Misschien zelfs wel iemand die me weer een stap verder kan helpen met mijn promotie-onderzoek. Er is namelijk ook een workshop door iemand die bedrijfskundige en filosoof is (!). Daar moet ik dus maar eens heengaan.
Maar vanavond eerst nog een feestje. Het belooft weer een zwaar weekend te worden.